-5- Omdat een nieuwe verordening noodzakelijk is stellen wij voor het voorliggende ontwerp een geldigheid te geven van één jaar, en in de loop van dit jaar te beslissen óf over verlenging óf over aanpas sing in verband met een concreet alcoholmatigingsbeleid. Middels de verordening stellen wij dan ook voor, het schenken van alcoholhoudende drank in bedoelde inrichtingen in zijn algemeenheid te verbieden, en middels het bestuurlijk instrument van de ontheffing regulerend op te treden. Wij stellen ons voor het ontheffingsinstrument als volgt te gebruiken: ASportkantines Geen verstrekking van sterke drankderhalve uitsluitend zwak-alcoho- lische drank en alcoholvrije drank. Drankverkoop eerst starten nâ 14.00 uur en sluitingstijd van de drankverkoop één uur na wedstrij den doch in ieder geval niet langer dan 24.00 uur. Tijdens jeugdwed strijden (spelers jonger dan 16 jaar) mag geen alcoholhoudende drank worden verkocht. B. Sociaal-culturele centra/buurthuizen. Verstrekking van sterke drank slechts bij uitzondering mogelijk, te bekijken per individueel geval en activiteit. In beginsel dus slechts zwak-alcoholische drank en alcoholvrije drank. Sluitingstijd 24.00 uur. C. Jeugdsozen/j eugdhuizen Geen verstrekking van sterke drank. Zwak-alcoholische drank beperken tot alleen bier. Sluitingstijd 24.00 uur. Wij zullen de verantwoorde lijke exploitanten uitdrukkelijk wijzen op de Wetsbepaling dat geen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt aan personen beneden de zestien of achttien jaar. Overtreding van deze bepaling kan gemakkelijk leiden tot intrekking van de vergunning op grond van de Drank- en Horecawet. Voor alle drie soorten inrichtingen geldt dat drankverstrekking overigens alleen is toegestaan tijdens activiteiten in het kader van de doelstelling van de instelling, zoals deze kunnen blijken uit stichtingsacte, statuten of reglementen. Voorts zal iedere instelling over een vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet dienen te beschikken en moeten voldoen aan de daarin gestelde eisen. Aangezien in de U.R.I.-gemeenten op verschillende wijze bij gemeente lijke verordening nadere voorschriften werden gegeven, is het noodza kelijk een overgangsregeling te treffen. Uitgangspunt hierbij is, dat alle bestaande instellingen als hierboven bedoeld, die over een drank- en horecavergunning beschikken, op het moment van inwer kingtreding van de verordening, worden geacht over een ontheffing te beschikken. Wij behouden ons evenwel het recht voor nadere voorschriften te geven, waarbij de uitgangspunten zullen worden gehanteerd als hier boven genoemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 47