-3-
Zij onderbouwt deze zienswijze als volgt: de woning, die als
recreatieve woning in gebruik was, kan, gezien de grootte, alleen
blijvend voor permanente bewoning gebruikt worden als de mogelijk
heid wordt gecreëerd voor het plaatsen van een berging. Wordt
hieraan niet voldaan, dan wordt het gebruik van de woning voor
permanente bewoning practisch onmogelijk gemaakt. Dit is strijdig
met het terzake geformuleerde beleid: de instandhouding van
de leefbaarheid in de dorpskommen. Voor wat de maatvoering betreft
zou mogelijk aansluiting kunnen worden gevonden bij artikel
24 van de voorschriften van het bestemmingsplan voor de kom
van Akkrum.
Het vorenstaande komt er in feite op neer, dat wij uw raad adviseren
om voor de onderhavige gedeelten van het bestemmingsplan voor
de kom van Akkrum en het uitbreidingsplan voor de kern Akkrum
I een voorbereidingsbesluit op grond van artikel 21 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening vast te stellen, waarna de bouwvergun
ning met toepassing van de artikelen 19 van de Wet op de Ruimtelij
ke Ordening en 50, lid 8, van de Woningwet kan worden verleend.
De commissie doet dit voorstel nu niet. Zij wil eerst de onderhan
delingen over het verantwoorde plan afwachten. Zij verwacht
daarvan een oplossing, waarna van het college van burgemeester
en wethouders wordt verwacht dat zij met een voorstel tot het
vaststellen van een voorbereidingsbesluit bij uw raad zal komen.
Tot zolang dienen geen stappen te worden ondernomen om de tijdelijk
geplaatste berging te verwijderen.
Grouw, 28 mei 1986.
Hoogachtend,
De commissie voor beroep- en bezwaarschriftert_Boarnsterhim,
deoysecretarisr l dë> voorzitter,
_A_. __N i euwdam)