GEMEENTE BOARNSTERHIM
12. Voorstel tot het oprichten van een
stichting ten behoeve van het
ontwikkelen en exploiteren van het
energieproject Deersum.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 10 oktober 1986.
Ter uitvoering van uw besluit van 17 september 1985, nr. 25 hebben
wij een financieel economische evaluatie laten opmaken van het
energieproject Deersum waarbij de duurzame energiebronnen wind en
biogas in een energievoorzieningssysteem worden ondergebracht. Omdat
er verschillende forse subsidies in het project zijn toegezged
(gemeente, provincie, rijk (non profit), E.E.G. en Neom) blijkt de
exploitatie van het project haalbaar. Samengevat komt deze
haalbaarheid op het volgende neer.
Op basis van conservatieve schattingen zijn de jaarlijkse kosten
exclusief rente en afschrijving van het energieproject Deersum voor
een gemiddeld projectjaar gelijk aan 24.165,exclusief b.t.w. De
jaarlijkse baten van het engergieproject zijn afhankelijk van de
brandstofvergoeding in de kWh-e-prijs. Uitgaande van de
brandstofvergoeding van mei 1986 9,04/GJ) zijn deze baten gelijk
aan 35.500,exclusief b.t.w. Het resultaat over een gemiddeld
projectjaar is bij deze bijzondere uitgangspunten (rente en
afschrijving blijven buiten beschouwing) positief en bedraagt
11.335,exclusief b.t.w. per jaar. Op deze wijze is er voldoende
draagvlak voor de exploitatie van het energieproejet Deersum over de
projectduur (15 jaar).
Naar schatting zullen de totale kosten van het energieproject
Deersum 1.371.600,inclusief b.t.w. bedragen.
Na aftrek van alle toegekende subsidies is de restfinanciering voor
de Stichting Energievoorziening Deersum in oprichting gelijk aan
358.960,inclusief b.t.w.
Genoemd restbedrag kan als volgt worden gefinancierd.
De provincie heeft een subsidie in het project toegekend van
200.000,zodat een bedrag van 158.960,overblijft. Dit
bedrag kan worden betaald uit het door uw raad beschikbaar gestelde
krediet van 200.000,Het van die 200.000,resterende bedrag
van 41.040,200.000,- 158.960,wordt vastgehouden als
een garantie voor eventuele tekorten in de exploitatie.
Ter veiligstelling van de continuïteit wordt een reserve gevormd
waarop de stichting bij exploitatietekorten (bijvoorbeeld
aanloopverliezen, forse investeringen die nog niet uit
exploitatieoverschotten betaald kunnen worden en dergelijke) kan
terugvallen. De deelnemers in het project - exclusief Plaatselijk
Belang - is gevraagd hiervoor een bedrag te reserveren.
Maakt de stichting gebruik van bedoelde reserves dan dient het
opgenomen bedrag bij exploitatie-overschotten te worden terugbetaald.