-2- Gemeenteraad van Boarnsterhim, in vergadering bijeen op 16 september 1986. - gelezen de brief van de minister van W.V.C. van 7 augustus jongstleden waarin deze aankondiging doet van zijn voornemen tot bezuiniging op de structurele rijksbijdrage sociaal cultureel werk; - constaterend dat de voorgenomen bezuiniging voor de gemeente Boarnsterhim zal neerkomen op een percentage van 44,94en daarenboven 14,19% van genoemde rijksbijdrage overgeheveld zal worden van de rijksbijdrage naar het Ministerie van Onderwijs ten gunste van de basiseducatie; - overwegend dat de instandhouding van het bestaande stelsel van sociaal culturele voorzieningen voor een belangrijk deel afhankelijk is van onder meer de rijksbijdragen; dat het vrijwel halveren van deze rijksbijdrage volstrekt in strijd moet worden geacht met de in het verleden betoonde zorgvuldigheid bij de opbouw van het voorzieningenstelsel in de gemeente Boarnsterhim; dat immers concretisering van het aangekondigde voornemen onvermijdelijk zal leiden tot ingrijpende inkrimping van de bestaande voorzieningen, onder meer tot uitdrukking komend in het verlies van arbeidsplaatsen; - overwegende dat deze bezuinigingen de lagere overheden onevenredig zwaar treffen in verhouding tot de totale bezuinigingen; - dat voorts deze aantasting van gedecentraliseerde middelen evenzeer in strijd is met (de strekking van) de decentralisatie-gedachte; spreekt als zijn oordeel uit, dat de voorgenomen bezuinigingen op de rijksbijdrage sociaal-cultureel werk voor de gemeente Boarnsterhim zodanig ingrijpend zijn, dat deze als onaanvaardbaar van de hand moeten worden gewezen; doet daarbij een klemmend beroep op de minister van W.V.C. en de Tweede Kamer deze beleidsvoornemens alsnog terug te draaien; verzoekt het college van Boarnsterhim deze motie ter kennis te brengen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens een afschrift van de uitspraak te sturen aan het kabinet en de Vereniging van Friese Gemeenten en gaat over tot de orde van de dag. Dizze moasje is ek ûndertekene troch de fraksjes van C.D.A. en F.N.P. Sa njonkelytsen is by eltsenien wol bekend wat ós boppe de holle hinget. Koartlyn hat de wolwêzenskommisje in brief skreaun dêr't yn stiet dat de besunigingen in ramp foar it sos jaal-kulturele wurk binne. Oan't no ta krige de gemeente in ryksbydrage fan 103.000, aanst wurdt dat 43.000, Oan it sos jaal-kulturele wurk mei deryn belutsen de musykskoalle wurdt 306.000,jûn. En dan moat de gemeente mar wer sjen hoe't dat oplost wurde moat. Sa keal, sûnder oerlis en dan foar eltsenien deselde besunigingen is net in goede saak. It is in slach, in mis lediging foar alle minsken en dat binne meast frijwilligers dy't dit wurk dogge. Op koarte termyn leverje de besunigingen in protte jild op, op langere termyn binne de gefolgen net oer te sjen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 4