- 7 - 7. Het tijdschema was te strak en door het alsmaar bijstellen van het schema werd het geheel onduidelijk. 8. De besluiten van het college waren niet of nauwelijks gemo tiveerd. 9. De afdeling personeelszaken had bij de reorganisatie dienen te worden betrokken. 10. Er is geen externe deskundig heid ingehuurd in de vorm van een of ander organisatiebu reau. 11Er is geen of weinig aandacht besteed aan de bestuurlijke reorganisatie Indien daartoe behoefte wordt gevoeld, behoeft die behoefte slechts kenbaar te worden gemaakt voor een volgende hoorzitting/ voorlichtingsbijeenkomst. Voorts verwijzen wij naar onze uitnodiging voor 12 januari 1987. De kritiek is terecht. Er zal zo spoedig mogelijk een bijgesteld schema verschijnen. Wij delen die kritiek niet. Met name de adviesaanvraag, gedateerd 10 oktober 1986 was uitgebreid van argumenten voorzien. Voorts is het rapport van de commissie HAS, dat door het college grotendeels is overgenomen, op uitstekende wijze onderbouwd. Personeelszaken heeft de commissie HAS van advies gediend en is dus intensief bij de voorbereiding betrokken. Voorts is de zienswijze van Personeelszaken en zijn de adviezen omtrent procedure en inhoud van de reorganisatie regelmatig aan de orde geweest in de vergaderingen van het AHO, welke organisatie steeds intensief betrokken was bij de voorbereiding van de besluitvorming door het college van ben w Deze opmerking is juist. Wij denken niet dat de kwaliteit daaronder geleden heeft, maar kunnen dat natuurlijk niet bewijzen. Uw opmerking is in zoverre terecht, dat in eerste instantie is gekozen voor een gescheiden aanpak van de ambtelijke en bestuurlijke reorganisatie. Later hebben wij ingezien dat het één zo nauw aan het ander is verbonden, dat alleenïfen gecombineerde aanpak tot de gewenste verbeteringen kan leiden. Wij hebben inmiddels de eerste stappen gezet op het pad van de delegatie en zullen bij het verder aflopen van dit pad invulling geven aan de bestuurlijke kant van de reorgani satie. Wij realiseren ons dat dit onderdeel nog verder moet worden uitgewerkt en dat de delegatiebesluiten nog slechts een eerste begin vormen. Het lijkt ons goed om in deze kennis te nemen van de zienswijze van het apparaat op de bestuurlijke problema tiek. Wij zullen dit element verder uitwerken, teneinde met het ambtelijk apparaat in discussie te komen over de verbeteringen die zouden kunnen worden aangebracht. Dit geldt zowel procedures als onderlinge verhou dingen

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1987 | | pagina 81