GEMEENTE BOARNSTERHIM
16. Voorstel tot vaststelling van de
verordening W.W.V.-vervangende
uitkering.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 oktober 1987.
Met ingang van 1 januri 1987 zijn de wettelijke maatregelen tot
herziening van het stelsel van sociale zekerheid in werking
getreden. In die maatregelen is voorzien in opneming van het
overheidspersoneel in dat herziene stelsel. In de nieuwe
Werkloosheidswet is het overheidspersoneel in beginsel in de kring
van verzekerden van die wet opgenomen, doch er tegelijkertijd van
uitgesloten tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen
tijdstip, dat na 31 december 1986 moet zijn gelegen.
In de memorie van toelichting op de nieuwe wet is ten aanzien van
het overheidspersoneel aangegeven dat nog niet is te zeggen of en
wanneer (na 31 december 1986) dat personeel daadwerkelijk bij de
kring van verzekerden zal worden betrokken. Een beslissing daarover
zal eerst na open en reëel overleg met de centrales van
overheidspersoneel en de belangenverenigingen van militairen worden
genomen
Tevens kunnen dan regels worden gesteld met betrekking tot specifiek
voor overheidspersoneel afwijkende situaties.
De oude W.W.V.die een voorziening biedt voor ieder die werkloos is
en voor deelneming aan het arbeidsproces is aangewezen op het
verrichten van arbeid in dienstbetrekking, gaf ook aanspraken aan
ambtenaren die zich in die omstandigheden bevinden. Die aanspraken
konden onstaan, hetzij na afloop van de ambtelijke ontslaguitkerings
regelingen, hetzij direct na ontslag indien om bepaalde redenen
(ontslag eigen schuld, anderszins niet onvrijwillig werkloos) geen
recht op een ambtelijke uitkering bestaat. Het vervallen van de
W.W.V. ontneemt dus aan overheidswerknemers mogelijke aanspraken
ingevolge die wet. Zonder nadere maatregelen zou een achteruitgang
optreden in het totaal van werkloosheidsaanspraken voor
overheidspersoneel
Om een dergelijke achteruitgang te voorkomen, besloot het kabinet de
voor het overheidspersoneel vervallen W.W.V.-aanspraken over 1987 te
compenseren op de voet van en krachtens de voorwaarden van de
W.W.V.zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de
inwerkingtreding van de stelselherzienende maatregelen. Dit betekent
derhalve in beginsel een conservering voor het jaar 1987 van die
aanspraken voor het overheidspersoneel bij werkloosheid.
Ten behoeve van het burgerlijk rijkspersoneel, voor het personeel
bij het onderwijs en voor de militairen is daartoe een algemene
maatregel van bestuur tot stand gebracht.
Bij circulaire van 18 december 1986, nr. AB86/U1924, verzocht de
Minister van Binnenlandse Zaken aan de lagere overheden een aan die
rijksregeling analoge voorziening te treffen.
0019V 30