GEMEENTE BOARNSTERHIM 21. Voorstel tot toetreding tot de "Gemeenschappelijke regeling Taxi vervoer Noord-Friesland". Aan de gemeenteraad. Grouw, 6 november 1987. Op 1 januari 1988 zal de Wet Personenvervoer (WP) in werking treden en komt de Wet Autovervoer Personen (WAP) te vervallen. Voor het taxivervoer worden in de WP belangrijke wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van de vergunningverlening. In plaats van burgemeester en wethouders zullen nu Gedeputeerde Staten worden belast met de vergunningverlening voor het taxivervoer. Gedeputeerde Staten krijgen de mogelijkheid de vergunning te verlenen voor het gehele grondgebied van de provincie of delen daarvan, voorzover deze het gebied van meer dan één gemeente omvatten De achterliggende gedachte van de WP om tot schaalvergroting over te gaan is dat veel taxivervoer gemeentegrensoverschrijdend is; een groter vervoergebied, dat wil zeggen een gebied dat niet meer beperkt is tot de grenzen van een gemeente, zal tevens de exploitatiemogelijkheden voor een taxibedrijf kunnen vergroten. De WP biedt Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om haar bevoegdheden tot vergunningverlening en tariefvaststelling ten aanzien van het taxivervoer over te dragen aan gemeenten die ter behartiging van het taxivervoer een gemeenschappelijke regeling treffen. De Vereniging van Friese Gemeenten heeft indertijd alle friese gemeenten gevraagd of zij van mening waren dat de vergunningverlening met betrekking tot het taxivervoer moet worden gezien als een provinciale taak of dat een en ander in het kader van het verlengd lokaal bestuur zou moeten geschieden. Aangezien de beleidsvrijheid van gemeenten ten aanzien van de vergunningverlening minimaal is, heeft ons college in eerste instantie het standpunt ingenomen dat de vergunningverlening als een provinciale taak kan worden beschouwd. Het merendeel van de friese gemeenten (met uitzondering van Boarnsterhim en Harlingen) was van mening dat de provinciale zeggenschap over het taxivervoer aan de drie bestuurlijke regio's in Friesland zou moeten worden overgedragen. Het standpunt van ons college (en eveneens het standpunt van de gemeente Harlingen) is niet dermate onwrikbaar dat wij de regionalisatie van de uitvoering van de WP willen frustreren; ons college blijft echter de mening toegedaan dat de decentralisatie gedachte bij de WP niet in voldoende beleidsvrijheid voor de gemeentebesturen tot uitdrukking komt. Ook de gemeente Harlingen die het bezwaar van Boarnsterhim deelt heeft zich om dezelfde reden alsnog bereid verklaard deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling. 0022V

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1987 | | pagina 57