- 7 -
It Frvsk.
Het moet onzes inziens mogelijk zijn meer gestalte te geven aan
de ontwikkeling van het Fries binnen onze gemeente. Waar stil
stand achteruitgang betekent stellen wij voor weer te besluiten
tot aanstelling/aantrekking van de voor dit doel door de provin
cie beschikbaar gestelde ambtenaar. Wanneer daarnaast door de
gemeente nog een bedrag uit het werkgelegenheidsfonds beschik
baar wordt gesteld kan voortgegaan worden op de eens door de
gemeente ingeslagen weg.
Met betrekking tot nemen van Friese-les achten wij herijking van
faciliteiten ten dezen op zijn plaats.
Het Pro-iect Mensen Zonder Werk.
De activiteiten van het project richten zich volgens de veror
dening op mensen die geen werk hebben en die een uitkering
genieten op grond van één van de bestaande sociale verzekerings
wetten.
In verband met de werkplaats vinden wij dat hier te weinig
gebruik van wordt gemaakt door de mensen die ervoor in aan
merking komen.
Voor wat ons betreft moet op zo kort mogelijke termijn het
gehele pakket van werkgelegenheid, welzijn en PMZW integraal
worden bezien en getoetst. Binnen het gehele pakket zullen
afwegingen moeten worden gemaakt en zal moeten worden gekozen.
Ook dit geld kan maar éénmaal worden uitgegeven en juist binnen
deze sector is het des te schrijnender als we er blijk van geven
niet goed raad te weten met de juiste besteding van het geld.
Gaarne verwachten wij op korte termijn initiatieven.
Tot slots de asielzoekers.
Hoewel wij dit punt als het laatste hebben opgevoerd betekent
het niet dat wij aan dit probleem te laagste prioriteit geven.
Accoord:
wij staan er slecht voor, maar zij staan er nog veel slechter
voor;
wij zijn thuis, zij weten nauwelijks waar ze zijn;
wij redden ons zelf, zij hangen van ons af, wij zijn zelfs in
staat persoonlijk en als collectief te helpen.
Het is goed ons dit te realiseren als we het over onze al of
niet vermeende armoede hebben. Wij kunnen proberen hun problemen
mee te helpen oplossen. Maar dan zullen we ze wel als op te
lossen tegemoet moeten treden. Dat betekent dat we moeten han
delen vanuit onze kennis, onze welwillendheid, ons gevoel,
kortom vanuit ons mens zijn. Met onze rijkdom, groot of klein,
die ons nog altijd de mogelijkheid geeft tot kiezen uit vele
zaken, moet het mogelijk zijn deze mensen te helpen. Het minste
wat we kunnen doen is te trachten hen te voeden, hen te kleden
en hen een dak boven hun hoofd te geven. Niet omdat het zo hoort
maar omdat we dat zo voelen, omdat we MENS zijn.
Mevrouw Aukes zegt het volgende:
Voorzitter, niet alleen landelijk, maar ook gemeentelijk komt
men tot de conclusie, dat, om zo te zeggen "de tering naar de
nering" moet worden gezet. Ook de voor ons liggende begroting is
daar een sprekend voorbeeld van. Gelukkig is deze weer iets eer
der gereed, waarvoor onze dank aan het ambtelijk apparaat voor
de inzet.
0026V 7