- 2 - De gemeente heeft inderdaad toegezegd, dat in een later stadium de situa tie in Tsienzerbuorren beoordeeld zal worden. De reden daarvoor is, dat burgemeester en wethouders op basis van artikel 89 van de W.G.H. ver plicht zijn akoestisch onderzoek te laten verrichten in bestaande situa ties van wegverkeerslawaai, ten einde na te gaan of de geluidbelasting vanwege de weg op het tijdstip van inwerkingtreding van deze bepaling (1 maart 1986) op de gevel hoger is dan 55 dB(A). Waar dit het geval is, dient door burgemeester en wethouders een program ma van maatregelen te worden opgesteld om de geluidbelasting terug te brengen tot 55 db(A) en om zonodig, bij het niet kunnen bereiken daarvan en het verzoek om een vaststelling van een hogere waarde (vaststelling geschiedt door de minister), te kunnen voldoen aan het vereiste dat de geluidbelasting vanwege de weg binnen de woning bij gesloten ramen niet hoger is dan 45 db(A) in gevallen als dat van de Tsienzerbuorren of 40 db(A) in andere bestaande situaties. Het programma van maatregelen zal ingediend moeten worden bij het Rijk. Bij vaststelling door de minister zal tevens inzicht worden gegeven over de beschikbaarstelling van de benodigde financiële middelen. Gezien de beschikbare middelen, kan worden verwacht, dat onze knelpunten niet op korte termijn kunnen worden aangepakt. Tsienzerbuorren verlangt dus iets, waaraan wij niet kunnen voldoen. Deze uitleg is niet nieuw, maar reeds geruime tijd geleden meegedeeld aan vertegenwoordigers van het buurt schap. Het passende antwoord is derhalve wel gegeven, maar wordt niet als zodanig ervaren. 4. Blz. 1, onder voorbeeld 1, verbazingwekkend dat wij nooit voor een ge sprek. Antwoord: in de afdelingsvergadering van 1 juni 1987 is toegezegd, dat indien het buurtschap dit wenste, de bereidheid daar is overleg op te starten. Tot aan de laatste hoorzitting (22 januari 1988) toe, is een dergelijk ver zoek niet ontvangen. Op grond van deze verklaring en de bereidheid tot overleg is op de laatste hoorzitting de afspraak inmiddels gemaakt (12 februari 1988). 5. Blz. 2,onder voorbeeld 2, wij vrezen een toename van het verkeer. Antwoord: het onderzoek opgesteld door het buro Hofstra wijst uit, dat naar ver wachting de doortrekking geen noemenswaardige invloed heeft op de hoe veelheid verkeer, berekend in de situatie 1995 bij handhaving van de hui dige wegstructuur 5300 m.v.e., en in de nieuwe wegenstructuur 5600 m.v.e. De plannen van de gemeente met betrekking tot de Bûtlânswei zullen, in dien deze zullen worden uitgevoerd inderdaad van invloed zijn op de hoe veelheid verkeer. Een initiatief daartoe is evenwel door de raad van de hand gewezen. De plannen zijn dan ook niet actueel. Indien een nieuw voorstel daartoe wordt gedaan, zal de raad in een integrale afweging ook de belangen van onder andere Tsienzerbuorren meewegen. Dat de naamsveran dering wat te maken heeft met het karakter van de weg, is slechts ten dele juist. De rijksweg N345 wordt een provinciale weg, met als naam S 11, het karakter was (al heel lang), is en blijft een weg met een inter lokaal karakter. 0028V 36

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1988 | | pagina 42