9. De optredende problematiek van geluidoverlast dient o.i. op grond van de W.G.H. tot een nivo van 50 db(A) beperkt te worden. Antwoord: deze stelling is niet juist. Bij reconstructie van wegen moet door middel van een geluidsrapportage worden aangetoond, wat de gevolgen zullen zijn voor het verkeerslawaai. Tsienzerbuorren ligt niet aan een te reconstru eren of nieuw aan te leggen wegvak, en een geluidsrapportage als bedoeld is dan ook niet vereist. Ook zal door de aanleg van het nieuwe wegvak de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer niet of nauwelijks wijzigen. Wel is een gemeentelijk onderzoek als omschreven onder punt 3 noodzakelijk. Samenvatting van de brief van Tsienzerbuorren. De bewoners wijzen terecht op de verkeerssituatie en de geluidhinder-problema- tiek van hun buurtschap. Zij trachten op korte termijn hiervoor 'de toezeg gingen van mogelijke oplossingen te verkrijgen. De aanleg van de doortrekking S 11 - Idaard wordt nu aangegrepen om deze oplossing af te dwingen. Rijk, gemeente en provincie staan op het standpunt, dat realisering van het door trekken van de S 11 niet of nauwelijks van invloed is op de verkeers- en geluidsproblematiek van Tsienzerbuorren. In het openbaar is deze mening meer dere malen door de diverse plannenmakers uitgesproken. Alternatief. Alles overwegende zijn wij evenwel tot de conclusie gekomen, dat het niet kun nen geven van enige duidelijkheid over de te nemen maatregelen als zeer onbe vredigend wordt ervaren. Wij hebben dan ook besloten dat de rapportage van het akoestisch onderzoek, inclusief de te nemen maatregelen, zo spoedig mogelijk afgerond zal worden. Tevens zijn wij voornemens bij de provincie en rijk te bevorderen, dat over de termijn van uitvoering van de maatregelen zo spoedig mogelijk een besluit wordt genomen. Daarnaast zullen wij trachten met de provincie afspraken te maken over de koppeling van de akoestische maatregelen en de te nemen verkeersveiligheids- voorzieningen. Hierbij gaan wij er van uit, dat de nu berekende verkeerinten- siteiten en snelheden de basis gaan vormen voor de te maken afspraak. Wel zijn wij van mening, dat indien na realisering van de weg mocht blijken dat de situatie in werkelijkheid afwijkt van de prognose, een aanpassing van de overeenkomst mogelijk zal zijn. Wij zijn van mening dat deze afspraken moeten worden vastgelegd vóór dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Wij zullen u, tenslotte, op de hoogte houden van de voortgang en de uitkomsten van het te voeren overleg. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, (P.H. Starreveld) (B.G. Holtrop) 0028V 38

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1988 | | pagina 44