-4- Bezwaarschrift 2. Het bestuur van Pleatslik belang Grou deelt mee dat hij bezwaar heeft tegen de feitelijk voorgenomen hoogte van de vaste brug over de Kjo.chte Grou. Van de voorgenomen hoogte van 1,85 m wordt een belemmering verwacht van mogelijke verbeteringen van de waterrecreatieve infrastructuur in de gemeente, in het bijzonder tussen de dorpen Grouw en Irnsum. Het bestuur ziet als oplossing het opnemen van een doorvaarthoogte van 2,50 m in het bestemmingsplan. Wij merken naar aanleiding van dit bezwaar op dat gezien de huidige status van de Rjochte Grou in het provinciale vaarwegenplan een doorvaarthoogte van minimaal 1,50 m kan worden geëist. De bruggen van de uit te bouwen Rijksweg 32 zullen worden aangelegd met een doorvaarthoogte gelijk aan die van de bestaande spoorbrug over de Rjochte Grou, te weten 1,85 m. De uitvoering zal zodanig zijn dat de brug in de toekomst verhoogd kan worden. De doorvaarthoogte zal bij het totstandbrengen van een alternatieve recreatieve vaarroute met gebruikmaking van de Rjochte Grou géén belemmering vormen. De brug zal, zo is uit intensief overleg met provincie en rijkswaterstaat gebleken, in voorkomend geval zeker worden verhoogd. De financiële consequenties van een verhoging zullen niet ten laste van de gemeente komen. Het bestemmingsplan, zoals dit ter vaststelling wordt aangeboden, bevat voor eventuele verhoging van de brug geen belemmeringen. Planwijziging is in voorkomend geval dan ook niet aan de orde. In de lijn van het vorenstaande zal op kaart 1 behorende bij de beschrijving in hoofdlijnen de doorvaarthoogte over de Rjochte Grou thans worden aangeduid als variabel in plaats van 1,85 m. In materieel opzicht is gezien het vorenstaande in belangrijke mate aan de bezwaren tegemoet gekomen. Het opnemen van een bepaling in de planvoorschriften, strekkende tot het verbieden van een lagere doorvaarthoogte over de Rjochte Grou dan 2,50 m achten wij gezien het vorenstaande weinig zinvol. Wij achten het ingediende bezwaar daarom ongegrond. Bezwaarschrift 3. Het bezwaarschrift van mr. W. Sleijfer namens 25 bewoners van het buurtschap Tsienzerbuorren richt zich a. tegen het feit dat de buurtschap niet is opgenomen in het ontwerp-bestemmingsplan b. tegen het toenemen van het geluidhinderprobleem bij doortrekking van de Sll in combinatie met gemeentelijke maatregelen ten aan zien van de Bûtlânswei tussen Irnsum en Sneek, en c. tegen onduidelijkheid over te treffen maatregelen. De toename, door de bewoners verwacht, van de geluidbelasting en verkeersonveiligheid als gevolg van toenemende verkeersintensiteit op de Tsienzerbuorren na doortrekking van de Sll vormen de belangrijkste redenen voor deze bezwaren. Naar aanleiding van deze bezwaren merken wij op dat de gekozen bestemmingsplanomgrenzing is afgestemd op de in de naamgeving weergegeven projecten. 0036V 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1988 | | pagina 47