GEMEENTE BOARNSTERHIM
28g. Voorstel tot voorlopige vaststel
ling van de bedragen, bedoeld in
artikel 47 der Kleuter-Onderwijswet
juncto artikel E 20/E 21 van de
Overgangswet op het basisonderwijs
voor de periode 1 januari 1985 tot
en met 31 juli 1985.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 december 1988.
Ingevolge artikel 47 der Kleuter-Onderwijswet juncto artikel E 20/E
21 owbo dient u jaarlijks vóór 1 december voor de in de gemeente
gevestigde openbare kleuterscholen voorlopig vast te stellen:
a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar
terzake van de in artikel 38 onder h en i bedoelde kosten ten
behoeve van die scholen werkelijk heeft uitgegeven;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 43
eerste lid, of artikel 46 per lokaal bepaald bedrag in
verband met het aantal lokalen van die scholen voor dat
kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder b,
het bedrag van het verschil;
d. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar
terzake van de in artikel 38 onder j tot en met 1 bedoelde
kosten ten behoeve van die scholen heeft uitgegeven;
e. het bedrag dat, overeenkomstig het krachtens artikel 44,
eerste lid, of artikel 46 per leerling bepaald bedrag in
verband met het aantal kleuters van die scholen voor dat
kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld;
f. indien het onder d bedoelde bedrag verschilt van dat onder e,
het bedrag van het verschil.
Voor de periode 1 januari 1985 tot en met 31 juli 1985 dienen
bovenbedoelde bedragen voor de openbare kleuterscholen te worden
vastgesteld, op:
a. 72.929,71
b. 63.616,—
c. 9.313,71
d. 23.963,19
e. 18.333,—
f. 5.630,19.
Wij stellen u voor daartoe over te gaan door vaststelling van het
overgelegde concept-besluit.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0401R