15. Kennisgeving van een verzoek om vrijstelling op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, om zes garageboxen te realiseren op het groengebiedje c.g. een gedeelte van de parkeer plaats tussen de percelen De Mounder 10 en 12 in Wergea. GEMEENTE BOARNSTERHIM Aan de gemeenteraad. Grou, 3 februari 1989 1. Artikel 19 lid 3 W.R.0. Ingevolge artikel 19 lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (W.R.0.) dient de raad in kennis te worden gesteld van verzoeken om vrijstelling van een bestemmingsplan op grond van artikel 19 lid 1 van de W.R.0. Deze verplichting geldt alleen als er voor de betreffende gronden nog geen bestemmingsplan(herziening) is vastgesteld. In het voorliggende geval is hiervan sprake. De raad kan de bevoegdheid om over het verlenen van de vrijstelling te beslissen aan zich trekken, indien een vijfde van haar leden daartoe de wens te kennen geeft. 2. Het verzoek. Het verzoek heeft betrekking op de bouw van zes garageboxen op gronden die in het bestemmingsplan Warga-Oost zijn bestemd voor groenvoorziening. 3. De beoordeling. Aangezien de garageboxen niet zijn toegestaan binnen de bestemming groenvoorzieningen, kunnen ze slechts gebouwd worden nadat een vrijstelling op grond van artikel 19 is verkregen. Wij hebben deze afwijking van het bestemmingsplan niet toelaatbaar geoordeeld. In het bestemmingsplan Warga-Oost is een bewuste keuze gemaakt tussen bebouwd en onbebouwd en particulier en openbaar gebied. Het stedebouwkundige ontwerp is ondermeer zodanig vorm gegeven dat er vanuit de wijk doorkijkjes bestaan naar het oostelijke landschap. De bouw van een zestal garages in het openbare groengebied zou hierop een ernstige inbreuk maken. Wij stellen u voor met deze zienswijze in te stemmen. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop. 0055V

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1989 | | pagina 39