mm
18. Voorstel tot realisering van een
westelijke randweg te Jirnsum.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grou, 3 februari 1989
Inleiding.
In de voormalige gemeenten Rauwerderhem, Utingeradeel en
Idaarderadeel is eind 1983 een raadsvoorstel aangenomen, waarin werd
vastgelegd, dat gestreefd moest worden naar de realisering van een
oostelijke randweg in Jirnsum.
Na overleg met de provincie moest door ons begin 1987 worden
geconstateerd dat, door het niet beschikbaar komen van voldoende
aanvullende middelen, het vastgestelde beleid op korte termijn niet
gerealiseerd kon worden.
In de nota "it twadde spoar" werd op deze haalbaarheid specifiek
ingegaan. Ons voorstel was toen, dat naast het streven de oostelijke
randweg te realiseren ook de mogelijkheden van de alternatieven
nader onderzocht moesten worden.
Na een hoorzitting in Jirnsum, alsmede de behandeling van ons
voorstel in de vierde afdeling van de raad van 2 april 1987 hebben
wij geconcludeerd, dat het politieke draagvlak voor ons voorstel
onvoldoende was. Ons college heeft desondanks besloten andere
mogelijkheden te onderzoeken, dan die welke de oostelijke randweg
gaf. Dit besluit werd voornamelijk ingegeven door het definitieve
negatieve bericht van de provincie over de mogelijkheid op korte
termijn Efro subsidies te verkrijgen.
Op 21 juli 1987 is dit beleid door uw raad indirect ondersteund door
het verlenen van een krediet voor een nieuw verkeersonderzoek.
Uiteindelijk resulteerden alle onderzoekingen en berekeningen in een
nieuwe nota "Verkeersproblematiek Irnsum".
Uit de nota hebben wij de conclusie getrokken dat een westelijke
randweg in financiële zin wellicht haalbaar geacht moest worden.
Weliswaar waren de kosten voor de verbetering van het middentracé
niet veel hoger, maar op grond van andere overwegingen verdiende een
westelijke randweg de voorkeur boven de reconstructie van de
bestaande traverse.
Inclusief de financieringsopzet is de nota door ons naar de
provincie gestuurd met het verzoek onze plannen te beoordelen op
haalbaarheid. Eind november hebben wij overeenstemming bereikt met
het college van Gedeputeerde Staten van Friesland over een
aanvullende subsidie van 835.000,
Na overleg met de vierde afdeling van uw raad inzake de
behandelingsprocedure, hebben wij op 2 december ons voorstel
openbaar gemaakt, en zijn wij gestart met de inspraakprocedure.
De inspraakprocedure met als hoogtepunt de hoorzitting op 5 januari
jongstleden heeft geresulteerd in de bij de stukken liggende op 18
januari vastgestelde reactienota.
0055V