14. Voorstel tot wijziging van de
verordening op de commissie voor
de beroep- en bezwaarschriften.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 10 maart 1989.
In verband met een recente wijziging van de Wet Administratieve
Rechtspraak Overheidsbeschikkingen verdient het aanbeveling om
enkele wijzigingen aan te brengen in de sinds 19 februari 1985
geldende "Verordening, regelende de samenstelling, taak en werkwijze
van de commissie voor beroep- en bezwaarschriften".
Hieronder een opsomming van de gewenste wijzigingen van de
verordening.
Wi-izicrina ten gevolge van verandering Wet Arob.
Ingevolge een wijziging van artikel 14 van de Wet Arob kan het horen
van de indiener en van andere belangshebbenden achterwege blijven,
indien het bezwaarschrift "kennelijk niet-ontvankelijk" is.
In de verordening wordt ter aanpassing aan deze nieuwe bepaling aan
artikel 11 een nieuw lid 4 toegevoegd:
"De hoorzitting als bedoeld in het eerste lid kan achterwege blijven
indien het bezwaar- of beroepschrift kennelijk niet-ontvankelijk is,
tenzij deze zitting is voorgeschreven bij wettelijk voorschrift".
Andere wi-iziainaen.
Het nieuwe artikel 6 bevat een regeling voor het doorzenden van bij
het verkeerde gemeentelijke orgaan ingediende bezwaar- of beroep
schriften naar het "goede" orgaan.
Artikel 6.
"Onjuist geadresseerd bezwaar- of beroepschrift".
1. Indien een bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend bij een
onbevoegd gemeentelijk orgaan, wordt het, nadat daarop de datum
van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden
naar het wel bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling
hiervan aan de afzender.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien een
bezwaarschrift is ingediend terwijl beroep moet worden ingesteld
of omgekeerd.
3. Indien de afhandeling van een onjuist geadresseerd bezwaar- of
beroepschrift geschiedt door een gemeentelijk orgaan, wordt de
datum van ontvangst als bedoeld in het eerste lid, beschouwd als
de datum van ontvangst bij het bevoegde orgaan.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
0058V 8