w
w
21. Voorstel tot wijziging van de
verordening W.W.V.-vervangende
uitkering.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 7 april 1989.
Door u is in uw vergadering van oktober 1987 de "Tijdelijke
verordening W.W.V.-vervangende uitkering" vastgesteld.
Deze tijdelijke regeling heeft ten doel de voor het
overheidspersoneel vervallen W.W.V.-aanspraken te compenseren op de
voet en krachtens de voorwaarden van de W.W.V.
Op grond van artikel 23, lid 2, zou deze verordening op 1 januari
1989 zijn vervallen. Dit hield verband met het toen nog bestaande
voornemen van het Kabinet om het overheidspersoneel per die datum
onder de werkingssfeer van de nieuwe Werkloosheidswet te brengen.
Inmiddels heeft het Kabinet besloten het overheidspersoneel eerst
per 1 januari 1990 onder de nieuwe Werkloosheidswet te laten vallen.
Gezien het bovenstaande stellen wij u voor artikel 23, lid 2, van de
"Tijdelijke verordening W.W.V.-vervangende uitkering" in die zin te
wijzigen, dat voor 1 januari 1989 wordt gelezen, 1 januari 1990.
Over deze aanbeveling is overleg met de centrales van
overheidspersoneel gevoerd. Plaatselijk overleg kan achterwege
blijven, indien u ons voorstel ongewijzigd overneemt.
Wij stellen u voor het besluit tot wijziging vast te stellen zoals
dat in concept bij de stukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0060V 59