GEMEENTE BOARNSTERHIM
39. Voorstel tot opheffing van de
Stichting Recreatieoord Yn'e Lij te
te Grou.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 1 september 1989.
Uw raad heeft in uw vergadering van 27 juni 1989 besloten tot
algehele verkoop van het recreatieoord Yn'e Lijte te Grou.
Tot onze teleurstelling heeft het stichtingsbestuur zich op het
standpunt gesteld dat zij niet mee kan werken aan de uitvoering van
genoemd raadsbesluit.
Waarom teleurstelling? Het stichtingsbestuur is naar onze mening het
beste in staat om de belangen van personeel, huurders enzovoorts in
het gebied te behartigen, opdat een zorgvuldigde afwikkeling welke
ons college voor ogen staat, kan worden gewaarborgd.
Het stichtingsbestuur is echter zelfs zover gegaan, dat de vraag van
ons college of men bij de vereffening betrokken wilde worden, is
beantwoord met een brief van 28 augustus 1989 waarin de navolgende
zin voorkomt: "Bij eventuele opheffing van de stichting op de door u
genoemde datum van 12 september aanstaande zal het totale bestuur
met ingang van 13 september daarop volgend zijn functies neerleggen".
Een standpunt dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Het lijkt ons zinvol om enkele gegevens uit het nabije verleden te
memoreren opdat enerzijds meer duidelijkheid wordt gecreëerd en
anderzijds een einde wordt gemaakt aan een voortdurende stroom van
geruchten.
1. In de tweede helft van 1988 heeft het stichtingsbestuur de
gemeente laten weten af te zien van verdere verkoopactiviteiten,
waarbij tevens werd verzocht een garantie te verlenen voor een
bedrag van 1.750.000,voor de vervanging van een aantal
bungalows en de aanleg van kabeltelevisie.
Naar aanleiding van voornoemd verzoek heeft ons college zich
beraden op de vraag of de bestuurlijke en financiële betrokken
heid bij een recreatieonderneming nog wel tot de gemeentelijke
verantwoordelijkheid kan worden gerekend.
2. Wij hebben het stichtingsbestuur vervolgens laten weten dat ons
college niet bereid was tot het verlenen van garanties en dat
wij ons tevens afvroegen hoe eventueel belemmeringen zouden
kunnen worden weggenomen om te komen tot een andere
rechtsverhouding ten opzichte van de gemeente, door verkoop
en/of door het creëren van een andere rechtsvorm dan de huidige
stichting.
0067V 105