-3-
Ten aanzien van de te volgen procedure kunnen wij u mededelen dat
wij de directeur Algemene- en Economische Zaken hebben gemachtigd de
in het geding zijnde belangen te inventariseren en overleg te voeren
met belangstellenden onder een aantal door ons college vastgestelde
voorwaarden.
De inventarisatie kan echter niet worden verricht omdat het
stichtingsbestuur het gemeentebestuur en zijn vertegenwoordigers de
toegang tot het gebied heeft ontzegd, hetgeen tot een onaanvaardbare
vertraging leidt.
De formele verantwoordelijkheid voor en het beheer over het
Recreatieoord berust inderdaad bij het stichtingsbestuur (de
gemeente is slechts "blote" eigenaar van de gronden), zodat alvorens
met de verkoopactiviteiten te kunnen beginnen, het formele beheer
onder verantwoordelijkheid van de stichting dient te worden
beëindigd. De bevoegdheid daartoe berust bij uw raad.
Het vorenstaande heeft bij ons college tot de conclusie geleid dat
zolang het huidige stichtingsbestuur in functie blijft het niet
alleen onmogelijk geworden is de gewenste zorgvuldigheid jegens ter
plaatse belanghebbenden in acht te nemen, maar bovendien schade kan
worden toegebracht aan de recreatiebelangen van het onderhavige
gebied.
Derhalve stellen wij voor te besluiten tot opheffing van de
stichting recreatieoord, een en ander op basis van artikel 9 van de
statuten en artikel 13 van de Herindelingswet van 1981, op een nader
door ons college te bepalen tijdstip.
Op basis van genoemd artikel 9 kan de vereffening worden opgedragen
aan het stichtingsbestuur, hetgeen normaliter voor de hand zou
liggen.
Gelet op de inhoud van eerdergenoemde brief van 28 augustus 1989 is
dat echter niet mogelijk, zodat aanwijzing van vereffenaars door het
college van burgemeester en wethouders voor de hand ligt.
Wij zullen echter uw raad hieromtrent nader informeren, omdat wij
ons nog beraden over het juridisch vacuüm dat dreigt te ontstaan.
Voor de goede orde verwijzen wij naar het uitvoerige dossier dat met
betrekking tot deze zaak voor de raadsleden ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0067V 107