-2-
9. B.W. van Eldik-ThiemeDe Slinke 5, 9011 WV Jirnsuni, ingekomen 11
juli 1933.
10. J. Keulen, Rijksweg 194, 9011 VK Jirnsum, d.d. 10 juli 1989,
ingekomen 11 juli 1989.
11. Y. Damsma, Grousterdyk 23, Jirnsum, d.d. 10 juli 1989, ingekomen
11 juli 1989.
12. D.A.S. Rechtsbijstand, Eekholt 54, 1112 XH Diemen, d.d. 10 juli
1989, ingekomen 11 juli 1989 (namens A. Venema, Gravinnewei 24,
9011 XC Jirnsum)
13. Het bestuur van de buurtvereniging "De Wieren", p/a Sj Landman,
De Slinke 4, 9011 WV Jirnsum, ingekomen 10 juli 1989.
14. H. Rozema, Gravinnewei 19, 9011 XC Jirnsum, d.d. 10 juli 1989,
ingekomen 11 juli 1989.
15. J.H. Vellinga, De Slinke 1, 9011 WV Jirnsum, d.d. 11 juli 1989,
ingekomen 13 juli 1989.
16. De Bewonersgroep Noord West, p/a B.J. de Vries, De Finne 2, 9011
WT Jirnsum, d.d. 12 juli 1989, ingekomen 14 juli 1989.
17. Fam. D. de Wit, De Slinke 9, 9011 WV Jirnsum, d.d. 11 juli 1989,
ingekomen 14 juli 1989.
De bezwaarschriften van de onder 1 t/m 14 genoemde reclamanten zijn
binnen de gestelde termijn ingediend. Reclamanten dienen derhalve in hun
beroep te worden ontvangen.
De bezwaarschriften van de onder 15 t/m 17 genoemde reclamanten zijn
buiten de gestelde termijn ingediend (13 respectievelijk 14 juli 1989)
deze reclamanten zijn derhalve niet ontvankelijk in hun bezwaren.
In zijn algemeenheid moet geconcludeerd worden dat de uitgebreide
publieke discussie die gevoerd is, met name bij de westelijke bewoners
van Jirnsum niet heeft geleid tot een aanvaarding van de door het
gemeentebestuur gekozen oplossing. Hoewel er bij het College begrip
bestaat voor de reacties in eerste instantie, betreuren wij het dat men
niet overtuigd is geraakt van onze financiële beschouwingen waaruit
blijkt dat de westelijke randweg de enige financieel aanvaardbare en
haalbare oplossing is. Wij blijven van mening dat de problematiek in het
oude dorp zo snel mogelijk moet worden opgelost, dat de westelijke
randweg financieel realiseerbaar is en planologisch aanvaardbaar. Wij
bestrijden de ^telling dat het beleid onzorgvuldig tot stand is gekomen
en de voor de heroverweging vervaardigde stukken, nota's en antwoordno
ta's zijn daarvan getuige.
Ook de rechtszekerheid is niet in het geding. Een heroverweging van
beleid leidt pas tot rechtsonzekerheid indien dit niet leidt tot het
voeren van in de Wet vastgelegde procedures.
Uit de procedure die met dit plan op gang is gebracht blijkt het
tegendeel
