-6-
De door de bewonersgroep West ingediende begroting voor een oostelijke
randweg 4.300.000,--) heeft het fiat gekregen van een door de gemeente
ingeschakelde externe deskundige (zie bijlage 1 behorende bij de
voorschriften)
Ons inziens is hier sprake van "selectief-krant-lezen"In het raadsvoor
stel van februari 1989 en in de Reactienota Verkeersproblematiek Irnsum
van 17 januari 1989 (met bijbehorende bijlagen) is nadrukkelijk ingegaan
op de diverse begrotingen voor de westelijke en oostelijke rondweg. In de
toelichting behorende bij het bestemmingsplan is in hoofdstuk de
kostenafweging tussen de west- en oostvariant samengevat. De gemeente
blijft van mening dat de oostelijke variant ca 2.000.000,-- duurder is;
een bedrag waarvoor grotendeels geen financiële dekking beschikbaar is.
De verantwoordenjk wethouder heeft tijds de raadsvergadering van 14
februari 1989 toegegeven dat een oostelijke randweg "mogelijkheden gaf"
De oostelijke randweg is altijd een reële optie geweest waarvoor een
sluitende financiering is gezocht. Voor een definitief standpunt van het
College over de financiële mogelijkheden blijven wij verwijzen naar de
standpunten zoals die zijn vastgelegd in de door het College ondertekende
stukken.
Op grond van enquête uit 1977 mag worden geconcludeerd dat slechts een
kleine minderheid van de Jirnsumers voorstander is van een westelijke
randweg
Zoals de reclamanten al aangeven is het zeer de vraag of de betreffende
enquête nog representatief is. Hoe de Jirnsumers er thans over denken is
niet bekend. Dat er in het dorp zeer verschillend wordt gedacht in
allerlei nuances is echter duidelijk geworden op de openbare informatie-
en inspraakavonden. Voor het College en destijds ook voor de Raad waren
deze avonden mede aanleiding om te kiezen voor de westelijke randweg.
De oplossing van de problemen in de kom gaat ten koste van de bewoners
aan de westkant van Jirnsum.
Voor de bewoners aan de Bûtlanswei zal er geen sprake zijn van een
toename van hinder. Naar de mening van de gemeente weegt de betrekkelijk
geringe aantasting van het woonklimaat in de westelijke nieuwbouw op
tegen de enorme verbetering van het woonklimaat in de kom-.
De provincie is niet gelukkig met de aanleg van een westelijke randweg.
De provincie heeft in het P.V.V.P. (1983) voorzien in de aanleg van een
oostelijke randweg. Over de keuze tussen de oostelijke- en westelijke
variant heeft de provincie nadien geen uitspraken gedaan.
Uit de financiële bijdrage van de provincie en uit het over het vooront
werp-bestemmingsplan gevoerde overleg, mag worden afgeleid dat de
provincie geen tegenstander is van de westelijke randweg.