-14-
prognoses prognoses en derhalve in absolute zin altijd aanvechtbaar.
Getracht is om in de Reactienota een bevredigend antwoord te geven.
13Het bestuur van de buurtvereniging "De Wieren"
Blijkens het ontwerp-bestemmingsplan blijft de dam aan het einde van de
Gravinnewei in stand en wordt de sloot aan de westzijde van de wijk niet
verbreed
In het kader van de inspraak is reeds de toezegging gedaan dat de
betreffende dam verdwijnt en dat de sloot wordt verbreed. Op de onder
grond waarop het bestemmingsplan is getekend is dit inderdaad niet
aangegeven hetgeen tot verwarring kan leiden.
Aan de zuidzijde van het dorp kruist de westelijke randweg het onlangs
aangelegde fietspad naar Akkrum. Door een "haakse" bocht in de westelijke
randweg wordt de veiligheid van de fietsers onvoldoende gewaarborgd
Aanleg van een fietstunnel op deze plaats is weinig zinvol, aangezien het
onvoldoende zekerheid bestaat dat alle fietsers van een dergelijke tunnel
gebruik zullen maken. De haakse bocht is mede bedoeld om de snelheid te
beperken en de veiligheid te vergroten.
De westeli jke randweg had op een grotere afstand van de westeli jke
woonwijk gesitueerd moeten worden.
Verwezen kan worden naar de beantwoording van andere bezwaarschriften.
Ambtshalve aanpassingen
1. Naar aanleiding van de brief van R. Slof d.d. 16 juni 1989 en het
antwoord daarop van Burgemeester en Wethouders d.d. 27 juni 1989 wordt de
inspraakprocedure van R. Slof d.d. 19 april 1989 uit bijlage 2 verwij
derd. Tevens dient de inhoudsopgave van bijlage 2 en pagina 26 van de
toelichting gewijzigd te worden.
2. Naar aanleiding van diverse bezwaarschriften en de mondelinge
toelichting daarop is het gewenst om artikel 4 van de
voorschriften slechts van toepassing te verklaren op de gronden
welke nodig zijn voor de onmiddellijke realisering van de weg.
Het betreft hier dus het nieuwe weggedeelte tussen de Bûtlânswei
en de zuidkant van het dorp, incluis de noodzakelijke bermen en
bermsloten.
Ook de gronden tussen de weg en de woningen in de westelijke
woonbuurt blijven in aanmerking komen voor versnelde
onteigening, teneinde het beleid in artikel 3, lid 3 te kunnen
realiseren.
Dit houdt in dat gronden, die vooralsnog in agrarisch gebruik
kunnen blijven evenals gronden die nu al in gebruik zijn als weg
met bijbehorende voorzieningen middels een grens op de plankaart
buiten de werkingssfeer van artikel 4 van de voorschriften
worden geplaatst.