- 16 - Het college beraadt zich op de vraag of de bestuurlijke en financiële betrokkenheid bij een recreatie-onderneming nog wel tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid kan worden gerekend. Het college besluit geen gemeentegarantie te verlenen, zij doet dit niet alleen op financiële gronden, meer nog is het de hier onder staande overweging, welke de besluitvorming bepaalt. De gemeente is niet het geëigende apparaat om de rol van de ondernemer in de recreatieve sector te spelen. Het gemeenschapsbelang laat zich niet rijmen met het nemen van noodzakelijke bedrijfsrisico's zowel financieel als praktisch. Het college verzoekt het Stichtingsbestuur, haar te informeren hoe belemmeringen kunnen worden weggenomen om te komen tot een andere rechtsverhouding ten opzichte van de gemeente (verkoop en/of andere rechtsvorm) Op 2 februari 1989 hebben college en Stichting hierover ge sproken, waarbij onder andere de afkoop van erfpacht is bespro ken. Het college verzoekt de Stichting een toekomstbeeld te schetsen zonder gemeentelijke bemoeienis. Maart 1989: in het concept-beleidsplan staat onder andere over te gaan tot een gefaseerde verkoop van alle bungalows, om met de opbrengst daarvan de rest op te krikken. DIT IN TEGENSTELLING TOT DE TOEGEZEGDE 5 JAAR VERKOOPRUST! Ten aanzien van dit punt kunnen we dus zeker spreken van een wel zeer selectieve verontwaardiging! Het college oordeelt dat in dit beleidsplan geen sprake is van een degelijke onderbouwing. Bovendien heeft het Stichtingsbestuur het standpunt van de gemeente ten aanzien van de rol van de gemeente (of een daaraan gelieerde stichting) als "ondernemer" niet weerlegd, sterker nog de Stichting heeft dit argument destijds zelf aangedragen. Het college concludeert dat op grond van deze zakelijke over wegingen nu slechts tot algehele verkoop kan worden besloten. Teneinde onnodige onrust te voorkomen en niet over één nacht ijs te gaan, heeft het college de raad in een besloten zitting geïn formeerd, waarna in een tweede zitting de meningen van de di verse fracties werden geïnventariseerd. Het Stichtingsbestuur wist hiervan. Eind mei is het Stichtingsbestuur door het college op de hoogte gebracht van haar conclusie en het unanieme gevoelen van de raad. Het bestuur besluit het raadsbesluit af te wachten. In de elf jaar dat ik raadslid ben heb ik het nog nimmer meege maakt dat een groepering, wiens belangen zo nadrukkelijk in het geding was, volstond met het behartigen van die belangen door lijdzaam af te wachten. 0070V

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1989 | | pagina 18