-2-
Deze offerte ligt voor u bij de raadsstukken ter inzage.
Ons college en ook het MT gingen unaniem accoord met de inhoud van
de offerte. Gaandeweg hadden wij veel vertrouwen gekregen in de
aanpak van genoemd organisatiebureau die is gebaseerd op een
expertmatige analyse van de situatie in Boarnsterhim, gekoppeld aan
een grote mate van eigen inbreng van de medewerkers (bestuur en
personeel)
Overleg met G.0. en M.Z.C.
Er bleek onvoldoende tijd beschikbaar om nog voor de vakantie tot
besluitvorming te kunnen overgaan. De druk op het overleg met G.0.
en M.Z.C. zou dan veel te groot zijn geworden. Omdat wij aan een
goed overleg met deze vertegenwoordigingen van het personeel en de
vakorganisaties grote waarde hechten, hebben wij dit overleg en ook
de besluitvorming over de vakantieperiode heen getild. De
vakantieperiode zelf is gebruikt voor het geven van nadere
toelichting en het beantwoorden van vragen. De vruchten van deze in
hoofdzaak schriftelijke voorbereiding van het overleg liggen voor u
bij de raadsstukken ter inzage.
Het overleg zelve leidde in eerste instantie tot een afwijzing van
ons voorstel, zowel door het G.0. als door de M.Z.C. Wij verwijzen u
naar de verslagen van de gevoerde gesprekken.
Kernpunten van de in de organisatie aanwezige weerstand tegen onze
aanpak waren:
- de financiële doelstelling zoals verwoord op blz. 2 van de offerte;
- de vooronderstelling die uit de stukken zou spreken als zouden
efficiencyverbeteringen tot geweldige besparingen kunnen leiden;
- de angst voor het onder druk zetten van het aantal
formatieplaatsen in het algemeen en voor gedwongen ontslagen in
het bijzonder;
- de twijfels omtrent de onafhankelijkheid van bureau VOS in de
begeleiding.
Genoemde punten staan niet los van elkaar, maar moeten worden bezien
in hun onderlinge samenhang.
In het daarop gevolgde interne beraad hebben wij de conclusie
getrokken, dat er voor de medewerkers en de vakorganisaties
inderdaad aanleiding was ons voorstel met enige argwaan te bezien.
De formulering van opdracht en doelstelling vond plaats ten tijde
van de behandeling van de voorjaarsnota. Het financiële aspect, niet
onbelangrijk overigens, heeft daardoor, achteraf bezien, een te
zwaar accent gekregen, met name in relatie tot de
personeelsformatie
In een brief aan de MZC en in een notitie voor het G.0. hebben wij
op dit punt dan ook een handreiking gedaan die het financiële aspect
in een evenwichtiger positie zet tegenover de andere aan de orde
zijnde aspecten. Wij verwijzen u voor de formuleringen naar de ter
inzage gelegde stukken.
0070V 36