- 3 -
Vporsteltot het verkopen van de gebouwen met ondergrond
Gedempte Haven 22 - 26 te Grou.
De voorzitter stelt voor de brieven van Plaatselijk Belang,
V.V.V., G.W.H.I. en de Gebr. Dijkstra bij dit punt te betrekken.
De heer Nieuwdam zegt: "Namens de meerderheid binnen de fractie
van de P.v.d.A. wil ik hierbij aan de Raad het voorstel doen om
dit agendapunt aan te houden.
Ik wil dit graag als volgt motiveren.
In de vorige begrotingsvergadering is aangaande de verkoop
van de voormalige Jeugdherberg een uitvoerige discussie
geweest, waarbij een aantal punten vermeldenswaard zijn:
gezegd is dat op voorhand geen randvoorwaarden behoeven
te worden gesteld en dat het geldende bestemmingsplan
als leidraad zal gelden;
mede op verzoek van onze fractie is toen al gesteld dat
besluitvorming in en door de Raad zal dienen plaats te
vinden.
In de 4e afdelingsvergadering van 7 februari 1989 is bij
het bespreken van de verkoopvoorwaarden aangegeven dat in
principe niets zou worden uitgesloten maar dat de
toiletaccommodatie of op deze locatie blijft gehandhaafd of
indien dit niet mogelijk is, elders wordt gerealiseerd.
Nadat de gegadigden tot 1 april d.a.v. de gelegenheid is
geboden om in te schrijven, is daarna het interne proces
van start gegaan om tot een afweging te kunnen komen.
Eerst op de 4e afdelingsvergadering van september
jongstleden zijn de leden van de 4e afdeling geïnformeerd
over de keuze van het college van burgemeester en
wethouders en ook over de procedure die tot nu toe was
gevolgd met het bestuur van Plaatselijk Belang Grou.
Naar aanleiding van onduidelijkheden tussen het bestuur van
Plaatselijk Belang en een lid van het college over de te
volgen procedure is toen mede op verzoek van de
afdelingsleden, zonder verdere inhoudelijke discussie, de
aangelegenheid doorgeschoven naar de eerstvolgende
afdelingsvergadering.
In de afdelingsvergadering die in oktober plaats heeft
gevonden is het concept-raadsvoorstel op de inhoudelijke
kant besproken.
Zonder nu verder op de details in te gaan, bleken vriend en
vijand het erover eens, dat de motivering die had geleid
tot het voorstel ontbrak.
Duidelijk bleek dat er richting het college veel vragen
waren.
De meerderheid van de toen aanwezige leden van de afdeling
heeft toen aan de voorzitter van de 4e afdeling verzocht om
het besluit binnen het college te heroverwegen en daarbij
de op- en aanmerkingen van deze vergadering mede in
beschouwing te nemen.
De inhoud van het raadsvoorstel van vanavond lezende,
moeten wij constateren dat:
in onvoldoende mate blijkt dat een algehele
heroverweging heeft plaatsgevonden binnen het college;
de keuze van het college in onvoldoende mate wordt
onderbouwd met argumenten;
0071V 19