GEMEENTE BOARNSTERHIM
14. Voorstel tot het in beheer en
onderhoud overnemen van de Rjochte
Grou (gedeeltelijk) en de Kromme
Grou van de provincie Friesland.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 5 januari 1990.
De vaarwegen Rjochte- en Kromme Grou zijn, alhoewel gemeente-eigen-
dom, in beheer en onderhoud bij de provincie Friesland.
De Rjochte Grou, gerekend vanaf het Prinses Margrietkanaal tot aan
de J.W. de Visserwei is een zogenaamde "klasse IV vaarweg", waar
schepen mogen varen met maximale afmetingen van 80 x 9,5 x 2,5 m
(A-status). De Rjochte Grou vanaf de J.W. de Visserwei in westelijke
richting en aansluitend daarop de Kromme Grou, hebben de zogenaamde
B-status waarvoor geen classificatie geldt. In beginsel mogen hier
dan ook slechts schepen varen met geringe afmetingen. Het streven
van de provincie Friesland is gericht op het afstoten van het beheer
en onderhoud van alle vaarwegen met de zogenaamde B-status.
Ten behoeve van de aanvoer van zand voor de verdubbeling van
Rijksweg 32 en de ontwikkeling van bedrijventerrein Biensma, is het
noodzakelijk dat de hiertoe in te zetten zandschepen de
geprojecteerde losplaats op het bedrijventerrein Biensma kunnen
bereiken.
Aangezien gevaren wordt met schepen die de maximale afmetingen van
klasse IV benaderen, dient de provincie een vergunning hiertoe te
verlenen voor het gedeelte Rjochte Grou met de B-status. Gelet op
het karakter van dit vaargedeelte acht de provincie het als
beheerder ontoelaatbaar dat op dit traject, tot aan Rijksweg 32, het
zandtransport met dergelijke grote schepen plaatsvindt. Bij brief
van 9 november 1989, kenmerk WM 89/80.924, is ons college dan ook
medegedeeld, dat hiervoor geen vergunning zal worden verleend.
Tevens is medegedeeld dat er voor de gemeente, en dus ook voor de
.aannemer, ruimere mogelijkheden zijn wanneer de gemeente besluit tot
de overname van het beheer en onderhoud van de gehele vaarweg met de
B-status, hetgeen past in het provinciaal beleid, inhoudende het
afstoten van dit soort vaarwegen. De gemeente wordt dan vergunning
verlenende instantie. Ten aanzien van een mogelijke overdracht is de
provincie van oordeel dat de transactie er een dient te zijn "met
gesloten beurs".
Wij hebben ons op de ontstane situatie beraden en zijn tot de
slotsom gekomen dat, gelet op de grote belangen die er voor de
gemeente op het spel staan en het feit dat er geen tijd beschikbaar
is om een uitputtende "onderhandelingsslag" met de provincie te
beginnen (de zandschapen moeten medio januari kunnen varen), de
vaarweg zal moeten worden overgenomen. In concreto gaat het om het
gedeelte gelegen tussen de J.W. de Visserwei te Grou en de
Jirnsumersyl te Jirnsum. Wij hebben nagegaan of er in de toekomst
onderhoudskosten zijn te verwachten. Gelet op de ruim voldoende
diepte die ontstaat ten gevolge van baggerwerk ten behoeve van de
vaart met zandschepen en de voldoende aanwezige diepte van de Kromme
Grou (zie het bij de stukken ter inzage liggende peilrapport) zullen
deze kosten niet noemenswaardig hoog zijn.
0075V 6