GEMEENTE BOARNSTERHIM
12. Voorstel tot vaststelling van het
bestemmingsplan "Kom Grouw, Plan
Oosterveld"
Aan de gemeenteraad.
Grou, 9 februari 1990.
Inleiding.
Het voorliggende bestemmingsplan "Kom Grou, Plan Oosterveld" geeft
een detaillering van het woongebied Oosterveld, dat krachtens het
bestemmingsplan "Kom Grouw" is bestemd voor woondoeleinden, nader
uit te werken.
Het plan is opgezet op basis van de destijds vastgestelde uitwer-
kingsregels. Vanwege het feit dat sedert de vaststelling van het
bestemmingsplan "Kom Grouw" (1977) reeds geruime tijd is verlopen en
er ook voor het gebied Oosterveld met enige regelmaat zogenaamde
artikel-19-WR0-procedures zijn gevolgd, is het plan niet uitgewerkt
als plan van uitwerking maar als gewoon bestemmingsplan, vast te
stellen door uw raad.
Het thans aan u voorgelegde bestemmingsplan biedt een adequate en op
de eisen van deze tijd toegesneden regeling gericht op de handhaving
en waar mogelijk versterking van het woonkarakter van het gebied
Oosterveld.
In de bij dit voorstel behorende toelichting op het bestemmingsplan
is informatie neergelegd over:
de uitgangspunten voor de toekomstige ontwikkeling;
de beschrijving van het plan;
de regeling in het bestemmingsplan (voorschriften en plankaart);
overleg en inspraak.
Naar deze informatie wordt u kortheidshalve verwezen.
De procedure.
De voorbereiding van het voorliggende plan heeft flink wat jaren in
beslag genomen.
Op onderdelen is de uitvoering ervan reeds geheel of ten dele
gerealiseerd.
Wij brengen in herinnering de verkeersmaatregelen die in 1982 en
1983 in overleg met bewoners zijn ingevoerd en de inspraakavonden
van maart 1983 en juni 1985.
Na verwerking van de inspraakreacties en de overlegreacties van de
Commissie van Overleg op grond van artikel 10 van het Besluit op de
Ruimtelijke Ordening en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is het
ontwerp-bestemmingsplan met ingang van 29 november tot en met 28
december 1989 ter inzage gelegd overeenkomstig het bepaalde in
artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Daarbij is overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid van genoemd
artikel mededeling gedaan van de bevoegdheid tot het indienen van
bezwaren.
Van die bevoegdheid is door niemand gebruik gemaakt.
0075V 28