-2-
In 1988 heeft de gelijkwaardigheid in het overleg over rechts
positionele regelingen op centraal niveau verder gestalte
gekregen door de ondertekening van het zogenaamde "landelijk
protocol" door de Minister van BiZa en de centrales van
overheidspersoneel
Dit landelijk protocol regelt het overeenstemmingsvereiste voor
het overleg tussen de Minister van BiZa en de centrale
commissie voor georganiseerd overleg.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt, kunnen de
voorgestelde maatregelen niet worden gerealiseerd.
De werkingsduur van het landelijk protocol is na een
experimentele periode van één jaar inmiddels met een jaar
verlengd.
IIIPlaatselijke ontwikkelingen.
Vanuit de gemeentelijke commissie voor georganiseerd overleg is
erop aangedrongen ook op lokaal niveau overleg te gaan voeren
op basis van gelijkwaardigheid.
De centrales van overheidspersoneel denken in die situatie meer
inhoud te kunnen geven aan hun taak om een constructieve
bijdrage te leveren aan de vaststelling van rechtspositierege
lingen en arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren.
Ook in het kader van de decentralisatie van het arbeidsvoorwaar
denbeleid wordt het voeren van overleg op basis van gelijkwaar
digheid als erg belangrijk ervaren. Voor de centrales van
overheidspersoneel, die zoals eerder gesteld op landelijk
niveau volgens het instemmingsvereiste onderhandelen, is
verdergaande decentralisatie niet aantrekkelijk indien de
overlegstructuur op lokaal niveau niet wordt gemoderniseerd.
Ook het College voor Arbeidszaken van de V.N.G. is van mening
dat een grotere gelijkwaardigheid van partijen past binnen het
streven naar genormaliseerde arbeidsverhoudingen binnen de
openbare dienst.
Ook omdat aan het personeels- en organisatiebeleid steeds
hQgere eisen worden gesteld is een constructief overleg met de
centrales van overheidspersoneel van evident belang.
IV. Voorstel
Het decentralisatieproces is nog volop gaande. Het is daarom
ook nog niet bekend over welke onderwerpen op lokaal niveau
moet worden onderhandeld.
Vanuit dat oogpunt bezien is het op dit moment niet raadzaam om
de overlegverordening te wijzigen.
De invoering van de overeenstemmingsvereiste kan vorm krijgen
door middel van het aangaan van een overeenkomst met de
vakorganisaties van overheidspersoneel.
Een concept-overeenkomst, die de instemming heeft van het
College voor Arbeidszaken van de V.N.G. treft u als bijlage aan.
0085V 17