-2-
Wij zijn van oordeel' dat hieraan op dit moment niet tegemoetgekomen
kan worden. Het streven naar een goede infrastructuur heeft ook bij
ons steeds vooropgestaan. Wij kunnen ons echter niet afsluiten voor
de realiteit. Op dit moment ligt er over de Rjochte Grou een spoor
brug met een doorvaarhoogte van 1.85 m. Het ziet er niet naar uit
dat deze op korte termijn verhoogd zal worden. Dit heeft ondermeer
geleid tot onze stellingname inzake de brug over de Rjochte Grou in
het kader van de ombouw van Rijksweg 32. Onze benadering is daarom
de volgende. Bruggen die de gemeente in eigen beheer aanlegt dienen
in overeenstemming te zijn met het gewicht dat van gemeentewege
wordt toegekend aan de gewenste waterrecreatieve infrastructuur. Dit
heeft er ondermeer toe geleid dat de brug in Biensma op 2,50 m is
gebracht. Indien echter anderen dan de gemeente bruggen aanleggen,
kan, tegen de achtergrond van de geschetste realiteit, niet worden
geverd dat dezen de brug voorzien van een grotere doorvaarhoogte dan
1,85. Wij stellen in die gevallen echter de voorwaarde dat niet
uitgesloten wordt dat de brug bij een, thans onvoorziene, verhoging
van de spoorbrug alsnog verhoogd kan worden. Tijdens de procedure
ten aanzien van de brug in Rijksweg 32 is een dergelijke toezegging
gedaan door Rijkswaterstaat. Ook bij de thans in het geding zijnde
fietsbrug is een constructie gekozen, die het mogelijk maakt om in
de toekomst, mocht dit noodzakelijk blijken, de doorvaarhoogte te
vergroten. Wi] zijn echter van oordeel dat, zolang er geen concrete
aanwijziging zijn dat de spoorbrug daadwerkelijke omhoog wordt
gebracht, van de aanvragers niet de investeringen kunnen worden
gevraagd die nodig zijn om de respectieve bruggen met een grotere
doorvaarhoogte te realiseren.
Zoals betoogd wordt thans een bouwvergunning voor een brug aange
vraagd met een doorvaarhoogte van 1,75 m. Ons streven is echter om
nieuwe bruggen in de route Jirnsum-Grou een doorvaarhoogte van
minimaal 1,85 m te laten hebben. Daarmee is de hoogte van de huidige
spoorbrug maatgevend voor de beoordeling van nieuwe kunstwerken in
de vaarroute Jirnsum-Grou. Wij adviseren u, gelezen het voren
staande, de bezwaren in zoverre gegrond te verklaren dat de door
vaarhoogte van de fietsbrug over de Boarn tenminste 1,85 m dient te
bedragen.
Wij stellen u gelezen het vorenstaande voor om voor de betreffende
gronden een voorbereidingsbesluit te nemen, zodat een vrijstellings-
procedure op grond van artikel 19 W.R.0. in gang kan worden gezet.
Voorts stellen wij u voor de aanvragers uit te nodigen het bouwplan
aan te passen in die zin dat de doorvaarhoogte wordt vergroot tot
1,85 m.
Tenslotte stellen wij u voor Gedeputeerde Staten te verzoeken om een
verklaring van geen bezwaar voor de bouw van de fietsbrug, op basis
van het gewijzigde bouwplan.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.
0086V 32