-2- Het bezwaar. Het bezwaar richt zich tegen de uitvoering van het plan, in het bijzonder daarbij tegen het achterwege blijven van de reconstructie van de Stationsweg, zoals die onzerzijds bij de diverse ontheffingen hogere waarde Wet Geluidhinder aan Gedeputeerde Staten is toegezegd. Het te reconstrueren en te asfalteren gedeelte genoemd in de toe lichting is kleiner dan destijds in de toezeggingen is weergegeven. Tevens wordt gewezen op het akoestisch effect van de overgang van de klinkerverharding en de asfaltverharding. Naar aanleiding van het ingediende bezwaar is de heer Bokma op 27 februari 1990 ten overstaan van de vierde afdeling in de gelegen heid gesteld om zijn bezwaren nader en mondeling toe te lichten. Daarbij zijn géén nadere argumenten en/of feiten naar voren gebracht. Wij verwijzen u naar het verslag van de betreffende afde1ingsvergadering Naar aanleiding van deze bezwaren merken wij het volgende op: Het plangebied is grotendeels volgebouwd met toepassing van artikel- 19-WRO-procedures met de daarbij gevraagde ontheffingen hogere waarde op grond van de Wet Geluidhinder terzake het verkeerslawaai ter plaatse van de Stationsweg en de J.W. de Visserwei. Van gemeen tewege is ter verkrijging van de ontheffingen zowel als de ver klaringen van geen bezwaar heel nadrukkelijk en niet mis te ver staan toegezegd dat de Stationsweg op korte termijn in reconstructie zou worden genomen. De uitvoering ervan is tot op heden opgehouden met het doel daar pas aan te beginnen op het moment dat het plan geheel zou zijn volgebouwd. De bouwactiviteiten die in het gebied nog worden verwacht zullen zich binnen pakweg nu en anderhalf jaar voltrekken. Daarna is er geen enkel beletsel meer om tot de toegezegde wegreconstructie te komen. In het kader van de verleende ontheffingen hogere waarde is er van gemeentewege heel nadrukkelijk sprake van een inspanningsver plichting allereerst jegens de bewoners van de woningen waarvoor de ontheffingen zijn verkregen en voorts - in bestuurlijk opzicht - jegens de provincie. Het bestemmingsplan regelt op dit punt evenwel niet dat de recon structie er komt, maar slechts dat die binnen de aangegeven bestemmingsgrenzen van de weg kan plaatsvinden. Wat dat betreft snijdt het bezwaar geen hout. Wel is het bezwaar steekhoudend voor wat betreft de begrenzing van de reconstructie zoals die in de toelichting is weergegeven. In de toelichting is vermeld dat de asfaltering uitsluitend wordt overwogen voor het gedeelte tussen de Westerbuurt en het gemeentehuis (zeg maar de Tureluurstraat) Naar onze mening kan aan het bezwaar worden tegemoet gekomen door bij deze uitdrukkelijk te verklaren dat het gehele gedeelte van de Stationsweg gelegen binnen het plan De Baai voor reconstructie in aanmerking komt en dat het reconstructieplan voor uitvoering gereed zal worden gemaakt voor medio 1991. Asfaltverharding zal daar worden aangebracht waar dat op grond van de Wet Geluidhinder noodzakelijk is. Voorzover daarbij mocht blijken dat moet worden afgeweken van het tracé vermeld op de plankaart, zal uiteraard met aanwonenden overleg worden gepleegd. 0086V 48

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 53