-6-
De minderheid binnen ons college (de wethouders Breeuwsma en Faber)
is van mening dat de plannen van zeilmakerij Dijkstra en het
alternatief van bouwbedrijf Dijkstra de voorkeur verdienen boven het
plan van Douma De Haan.
Deze plannen zullen de woonfunctie en de economische bedrijvigheid
van de kom bevorderen, terwijl de uitvoering van deze plannen weinig
maatschappelijke acceptatieproblemen zal ondervinden.
Het alternatieve plan van bouwbedrijf Dijkstra heeft als nadeel de
onzekerheid ten aanzien van de daadwerkelijke invulling van de
winkelbestemming en een mogelijk geringe verhoging van de
parkeerdruk ten gevolge van de fitnessruimte. Het plan van
zeilmakerij Dijkstra biedt wat meer ruimte in tijd ten aanzien van
de definitieve realisering van een toiletaccommodatie.
Het plan van zeilmakerij Dijkstra verdient dan ook de voorkeur boven
het plan van bouwbedrijf Dijkstra.
Eerste standpuntbepaling.
Met betrekking tot de zalenproblematiek in Grou zijn wij van mening,
dat de oplossing daarvan niet is gelegen op de locatie van de
voormalige jeugdherberg. Omdat deze problematiek wel om een
oplossing vraagt, hebben wij besloten om ons op korte termijn te
beraden op een aanpak van het probleem, gericht op realisering van
een grote zaal elders in het dorp, bijvoorbeeld in, aan of bij De
Twine
Verder hebben wij een voorkeur voor een andere locatie voor een
douche-/toiletaccommodatie
Ook daarbij wordt gestreefd naar een korte termijn bij het
verkrijgen van duidelijkheid.
De verkoop van de oude jeugdherberg behoeft daarom niet (mede) te
worden gericht op de oplossing van de zalenproblematiek en/of de
douche-/toiletaccommodatie.
Heroverweging.
Bovenstaande is als concept-raadsvoorstel besproken in een op 27
maart jongstleden gehouden vergadering van de vierde afdeling. Het
conceptverslag hebben wij bij de ter inzage liggende stukken gevoegd.
De leden van de afdeling toonden in meerderheid weinig waardering
voor het voorstel. Met name de door ons voorgestelde loskoppeling
van de zaal- en toiletaccommodatie werd niet onderschreven. Door de
leden van de afdeling werd dan ook voorgesteld nu niet een besluit
te nemen maar de plankeuze en het verkoopbesluit afhankelijk te
stellen van de haalbaarheid van de alternatieve toilet- en zaal
accommodaties. Door een vertegenwoordiger van het bestuur van
Plaatselijk Belang Grou werd die visie ondersteund.
In de heden gehouden vergadering van ons college hebben wij ons over
dit afdelingsstandpunt beraden. Onze conclusie is dat de besluit
vorming als gevolg van de door de afdeling gevraagde koppeling tot
minimaal oktober van dit jaar zou moeten worden uitgesteld. Met name
het onderzoek naar de realiseringskansen van een grote zaal vergt de
nodige tijd.
0086V 64