- 2 - 3Financieringsbronnen. Behalve de "Oort-gelden" uitgewerkt in de stimuleringsmaatregel kinderopvang zijn er diverse andere financieringsbronnen. Deze zullen aangeboord moeten worden omdat het rijk slechts 5.000,— betaalt van de 12.500,— die een kindplaats mini maal kost. Met aftrek van de ouderbijdrage zal er nog zeker 5.000,per kindplaats voor de gemeente overblijven. De belangrijkste financieringsbronnen zijn: eigen gemeentelijke middelen; diverse scholings- en arbeidsinpassingsmaatregelen van het Gewestelijk Arbeidsbureau voor personeelskosten; - Subsidieregeling Additionele Jongerenbanen bij de overheid (SAJO) voor personeelskosten; - fondsen onder andere: Nationaal Jeugdfonds, Nederlands Comité voor Kinderpostzegels en Europees Sociaal Fonds inrichtingskosten; - regeling Jongeren bouwen voor Jongeren voor ver)bouwings- kosten; - verhuren of verkopen van kindplaatsen aan het bedrijfsleven. Voor de ouderbijdrage adviseert het ministerie en de V.N.G. de W.V.C.-tabel als richtlijn te hanteren. Deze tabel wordt op dit moment door W.V.C. bijgesteld. 4. Actieplan. Uw raad zal in de eerste plaats de uitspraak moeten doen hoe een kinderopvangbeleid er uit moet zien en met welke financiële middelen dat ontwikkeld dient te worden. Daarna kan overgegaan worden tot uitvoering van het beleid aan de hand van een actieplan. Wij stellen u voor om gebruik te maken van de stimuleringsmaatregel kinderopvang van het rijk en bij de totale heroverweging van de gemeentelijke taken kinderopvang mee te nemen. Wanneer de gemeente nu geen gebruik maakt van de stimulerings maatregel, kan zij in de komende jaren geen beroep meer doen op de investeringsbijdrage 144.000, Het actieplan kan globaal de volgende stappen bevatten: 1. het formuleren van gemeentelijke beleidsdoelen en het maken van keuzes met betrekking tot kinderopvang in het kader van het heroriëntatie-onderzoek); 2. punt 1 bepaalt de uiteindelijke vorm van het voorzieningen patroon; 3. overgaan tot de oprichting van de Stichting Kinderopvang Boarnsterhim; 4. in samenwerking met de Stichting zoeken naar financierings bronnen en een mogelijke samenwerkingsvorm met buurgemeenten en bedrijfsleven onderzoeken; 5. werken aan een concrete invulling van kinderopvang, zoals huisvesting, personeel, kwaliteit enz. 0086V 89

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 35