GEMEENTE BOARNSTERHIM
19. Voorstel tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit als bedoeld
in de Wet op de Ruimtelijke
Ordening voor de aanleg van een
parkeervoorziening aan de zuidzijde
van de Warstienserdyk tegenover
het perceel plaatselijk bekend
Warstienserdyk 5 te Wergea.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 15 juni 1990.
Bij ons is binnengekomen een verzoek om wijziging van het
bestemmingsplan "Uitbreidingsplan in hoofdzaak" van Reinsma's
Wolhandel, gevestigd aan de Warstienserdyk 5 onder Wergea.
Het verzoek betreft de aanleg van een parkeergelegenheid aan de
zuidzijde van de Warstienserdyk onder Wergea ter hoogte van de
wolhandel en is gedaan om de overlast vanuit het bedrijf veroorzaakt
bij het laden en lossen te beperken. Daardoor wordt namelijk
regelmatig op de smalle Warstienserdyk het lokale verkeer in zijn
normale loop belemmerd. Vanuit het bedrijf is gezocht naar
mogelijkheden om aan de noordijze van de weg en aansluitend op het
bedrijfsperceel aan die overlast een einde te maken. Echter, deze
oplossingswij ze van het gestelde probleem is niet haalbaar omdat de
daarvoor benodigde grond niet te verwerven is gebleken.
Dit verzoek vatten wij op als een verzoek om vrijstelling als
bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Wij
hebben daarbij vooral gelet op de bij het verzoek gevoegde stukken.
Wij hebben daarbij overwogen dat uw raad zich middels het nemen van
een voorbereidingsbesluit nadrukkelijk met de inhoud van de
gevraagde wijziging in aanraking komt. Daarenboven geldt nog dat,
indien tenminste één vijfde deel van uw leden daartoe de wens te
kennen geeft, de beslissing op het vrijstellingsverzoek behoort tot
uw bevoegdheid.
Aannemende dat u met de hiervoor geschetste zienswijze instemt, gaan
wij thans inhoudelijk in op het ingediende verzoek.
Op het verzoek zijn van toepassing de bepalingen behorende bij het
ter plaatse geldende "Uitbreidingsplan in hoofdzaak". In dit plan
heeft het betreffende perceel de bestemming agrarische doeleinden.
Binnen deze bestemming is de aanleg van parkeergelegenheid niet
mogelijk. Door de aanleg van het parkeerterrein wordt deze
bestemming definitief gewijzigd.
Op zichzelf zijn er de nodige bezwaren van landschappelijke aard aan
te voeren tegen de nu gevraagde lokatie. De vraag is dan ook gerezen
of hiermee dit niet-agrarische bedrijf op deze plaats de grenzen van
zijn ontwikkeling heeft bereikt.
0089V 23