-2- Ten aanzien van de dekking van vorengenoemd maximaal krediet merken wij op dat wij op 7 november 1989 hebben besloten een perceel grond bij de toekomstige opberghaven van Aldeboarn te verkopen. De opbrengst van deze grond is in beginsel bestemd voor de realisering van vervangende ligplaatsen die nodig zijn bij de uitvoering van de Ligplaatsenverordening. Deze opbrengst is voorlopig toegevoegd aan het eigen kapitaal. Voor de financiering van de helft van het onrendabele deel van de investeringslasten van de saneringshaven in Aldeboarn is, naast de beschikbaarstelling van de grond, nog éénmalig 12.000,nodig. Bij uw besluit tot sanering van het grondbedrijf is de boekwaarde van de ondergrond van de saneringshaven teruggebracht van 8,/m2 naar 2,50/m2. Dat betekent dat de opbrengst van de verkoop van het perceel bouwterrein na aftrek van de waarde van de in te brengen ondergrond voor de saneringshaven en na aftrek van 12.000,nog 23.000,bedraagt. Voor de realisering van de saneringshavens te Wergea is een gekapi taliseerd exploitatietekort van ruim 116.000,becijferd. Wij menen dat in de exploitatie-opzet ruimte zit om het tekort terug te brengen naar 100.000, Uitgaande van dit laatste bedrag is een éénmalig subsidie van maximaal 50.000,door de gemeente en de provincie voldoende om het exploitatie-tekort op te heffen. De dekking van deze éénmalige subsidie kan worden gevonden door het restant van de grondverkoop in Aldeboarn voor deze subsidie aan te wenden. Daarnaast kunnen de opbrengsten uit de verhuur van ligplaatsen aan ligoevers ten bedrage van 17.000,die nog niet in de begroting 1990 zijn opgenomen voor dit doel worden aangewend. Het uiteindelijk resterend bedrag van 10.000,kan worden gedekt uit de post voor onvoorziene uitgaven. Resumerend stellen wij u voor: a. ter realisering van een saneringshaven in Aldeboarn: de benodigde ondergrond om niet in te brengen; een éénmalige bijdrage in de investering te verstrekken van 12.000,—; b. ter realisering van een saneringshaven in Wergea een éénmalige bijdrage in de investering te verstrekken ter grootte van de helft van het berekende onrendabele deel van de investerings lasten, tot een maximumvan 50.000, c. in de dekking van deze bijdragen te voorzien zoals in het vorenstaande is aangegeven. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop. 0090V 116

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1990 | | pagina 71