GEMEENTE BOARNSTERHIM 13. Voorstel met betrekking tot het beroepschrift van de heer Gerber tegen de weigering van een bouw vergunning voor 3 steigers aan perceel Rijksweg 127 en 129 te Jirnsum, alsmede een voorstel tot het nemen van een voorbereidings- besluit. Aan de gemeenteraad. Grou, 7 juni 1991. Bij besluit van 6 maart 1990, verzonden 19 maart 1990, hebben wij de heer T.K.D. Gerber te Jirnsum de door hem gevraagde bouwvergunning voor het oprichten van een drietal steigers aan het perceel Rijksweg 127 en 129 te Jirnsum geweigerd. De heer Gerber heeft hiertegen een beroepschrift ingediend bij uw raad. Het onderhavige beroepschrift tegen de geweigerde bouwvergunning moet tevens worden aangemerkt als een A.R.O.B.-bezwaarschrift tegen de in één en hetzelfde besluit verwoorde weigering van ons college om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Na de heer Gerber hierover te hebben gehoord in de zittng van de Commissie Beroep- en Bezwaarschriften van 21 november 1990 heeft de commissie een advies uitgebracht dat strekt tot een gedeeltelijke honorering van het beroepschrift. Daarnaast heeft de commissie onderhavig beroepschrift aan willen grijpen om de problematiek met de steigers in de Boarn in zijn algemeenheid voor eens en voor altijd op te lossen. Het advies spreekt dan ook de voorkeur uit voor het verleggen van de tot nu toe gevolgde koers, in die zin dat het particulieren wel moet worden toegestaan om haakse steigers in de Boarn te slaan, echter met dien verstande dat het maximaal één steiger per perceel mag betreffen. Vooruitlopend daarop wil de commissie het beroepschrift van de heer Gerber gehonoreerd zien. Wij hebben het betreffende advies ten aanzien van het onderdeel geweigerde vrijstelling als volgt opgepakt. In het dorpsvernieuwingsplan dat voor Jirnsum in voorbereiding is, wordt uitgegaan van de constructie dat het aan de westelijke Boarn- oever mogelijk moet worden om eenvoudige houten walbeschoeiïng te realiseren, waarbij steigers bij particuliere tuinen beperkt dienen te blijven tot één voorziening voor één vaartuig, bij voorkeur in de lengterichting. Dit algemene uitgangspunt kunnen wij nog steeds onderschrijven, met name daar waar het om particulieren gaat. In tegenstelling tot de commissie wensen wij het realiseren van haakse steigers bij particuliere erven niet mogelijk te maken. De keuze voor steigers parallel aan de oevers vindt zijn oorsprong in de keuze voor het verantwoord opvijzelen van het waterfront aan de westelijke Boarn- oever, rekening houdend met dorpsvernieuwings- en landschappelijke aspecten. 0110V 28

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1991 | | pagina 19