GEMEENTE BOARNSTERHIM
2. Voorstel tot verklaring inzake de
aanleg van geluidswerende voorzie
ningen in het gebied Meinga te
Grou.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 24 oktober 1991.
In het kader van de voorbereiding van het structuurplan en het
bestemmingsplan Meinga (le fase) is, wat de Wet geluidhinder
betreft, rekening gehouden met de situatie aangaande rijksweg A32,
die na beëindiging van de thans in uitvoering zijnde werkzaamheden
zal zijn ontstaan. Deze aanpak diende te worden gevolgd, daar het
bestemmingsplan voor de bedoelde wegwerken procedureel vrij ver
voorafging aan het bestemmingsplan Meinga le fase en nu -januari
1991- onherroepelijk is (vastgesteld en goedgekeurd).
Het bestemmingsplan inzake de rijksweg A32 behelst in akoestische
zin uitsluitend de problematiek omtrent de bestaande geluidgevoelige
bebouwing. Aan de bewuste geluidberekeningen lagen onder meer ten
grondslag:
een aftrek op grond van artikel 103 Wet geluidhinder ter waarde
van 5 dB(A) (die bij Algemene Maatregel van Bestuur per 1 januari
1990 is gewijzigd in 3 dB(A) voor die wegen waarop de toegestane
rijsnelheid voor personenauto's 70 km of meer bedraagt;
voor het wegvak "aansluiting Grou-Akkrum" een toekomstige etmaal
intensiteit van 16.800 motorvoertuigen.
In termen van de Wet geluidhinder is met betrekking tot het plan
voor verbetering van de rijksweg A32 sprake van "reconstructie".
Dit houdt onder meer in dat ten aanzien van bestaande geluidgevoelige
bebouwing het nemen van geluidbeperkende en/of -werende maatregelen
afhankelijk is van de waarde van de geluidvermeerdering in de
periode "aanvang reconstructie - 10 jaar na reconstructie".
Gelet op het voorgaande is wat het weggebruik aangaat de situatie in
de periode 1988 - 1995 in beschouwing genomen. De maatregelen ter
bestrijding van geluidhinder zijn dan ook afgestemd op de geluids
toename die volgens verwachting (in 1987) in deze periode zou
optreden.
Vanwege de noodzakelijke consistentie in het beleid van de gemeente
werd de geluidproblematiek in bestemmingsplannen, die binnen het
invloedsgebied van de rijksweg A32 vallen, gericht op de verkeers-
ontwikkelingen, die van rijkswege in het kader van de huidige
reconstructiewerken waren voorzien, Vandaar dat aan de voorbereiding
van het bestemmingsplan Meinga (le fase) in 1987 qua lawaaiprobleem
dezelfde uitgangspunten ten grondslag zijn gelegd als aan die
betreffende de opstelling van het rijkswegplan. Noch de kwestie
inzake de wijziging van voornoemde aftrek op grond van artikel 103
Wet geluidhinder, noch die aangaande de werkelijke
verkeersontwikkelingen konden toendertijd bekend zijn.
In dit stadium van de planprocedure moet het ontwerp-bestemmingsplan
Meinga (le fase) worden geactualiseerd. De consequentie daarvan is
helaas dat met een ongunstiger geluidssituatie met betrekking tot de
rijksweg rekening gehouden moet worden, met alle gevolgen van dien
(ruimtebeslag, kosten, voorbereidingswerkzaamheden).
0123V