GEMEENTE BOARNSTERHIM 17. Voorstel tot vaststelling van het landschapsbeleidsplan. Aan de gemeenteraad. Grou, 8 november 1991. In de afgelopen jaren is alom de belangstelling en de waardering voor de natuur en het landschap toegenomen. Veel landschapselementen vragen om regelmatig onderhoud. Indien dit niet geschiedt treedt verval op of dreigen sommige elementen zelfs geheel te verdwijnen. Teneinde de kwaliteiten van het landschap ook op langere termijn voldoende veilig te stellen en zo mogelijk te herstellen of zelfs te verbeteren, is het landschapsbeleidsplan opgesteld. Het plan is opgebouwd uit 4 delen. In deel 1 wordt een beschrijving gegeven van het landschap en de relevante functies van het plangebied. In deel 2 komen de bestaande beleidsvoornemens van het Rijk, de Provincie en de gemeente aan de orde. Dit deel bevat in feite de geldende uitgangspunten en randvoorwaarden voor de toekomstige ontwikkelingen. In deel 3 wordt aandacht besteed aan de gewenste toekomstige ontwikkelingen van het landschap. Deel 4 vormt het eigenlijke maatregelenplan en is een uitwerking van de landschapsstructuurvisie. Achtereenvolgens worden aan de orde gesteld de resultaten van de inventarisatie en de te nemen maatregelen. Het landschapsbeleidsplan is dus een visie omtrent het landschap en heeft als status dezelfde waarde als een structuurvisie. Het plan heeft geen rechtskracht zoals een bestemmingsplan. Gewoonlijk is het landschapsbeleidsplan een uitwerking van het bestemmingsplan buitengebied. Het bestemmingsplan legt bestemmingen vast en vormt de grondslag voor de visie. Het landschapsbeleidsplan heeft dan de functie om de visie te concretiseren en om door beheer en onderhoud het voortbestaan van landschappelijke elementen te waarborgen en vorm te geven. In onze gemeente ligt de situatie enigszins anders. Een integraal bestemmingsplan buitengebied voor de gehele gemeente is nog niet aanwezig. Het onderhavige landschapsbeleidsplan draagt elementen aan voor de inpassing van de landschappelijke inbreng in het bestemmings plan buitengebied en zal derhalve integraal worden afgewogen tegen andere beleidssectoren. Het plan heeft ter inzage gelegen van 22 oktober tot en met 5 november 1991 en is onderwerp geweest van behandeling en inspraak in de laatstgehouden vergadering van de vierde afdeling. Wij verwachten dat er nog schriftelijke reacties binnenkomen. Indien hiertoe aanleiding bestaat, zullen wij deze commentaren alsnog aan u voorleggen en eventueel later u voorstellen het plan naar aanleiding van de reacties te wijzigen. De uiterste termijn van subsidietoeken ning in de kosten van het opstellen van het plan, is 30 november 1991 0123V 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1991 | | pagina 47