GEMEENTE BOARNSTERHIM
11. Voorstel tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit op grond van
artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening ten behoeve
van het oprichten van een ligboxen
stal op het perceel, kadastraal
bekend gemeente Roordahuizum,
sectie O, nummer 383 deels.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 10 januari 1992.
Van de heer K. Hylkema te Friens hebben wij het verzoek ontvangen
een ligboxenstal te mogen oprichten bij zijn woning aan de
Beslingadyk 14 te Friens.
De desbetreffende locatie valt binnen het geldende bestemmingsplan
"Buitengebied, deelplan 2 (landschappelijk waardevolle gebieden)",
en heeft de bestemming "agrarisch gebied D" (artikel 4) en
"agrarisch gebied B" (artikel 2). Laatstgenoemde bestemming laat het
onderhavige bouwplan niet toe.
Van 8 oktober tot 23 oktober 1991 heeft het verzoek om vrijstelling
annex verzoek om bouwvergunning ter visie gelegen.
Binnen deze termijn is een bezwaarschrift ontvangen, te weten van de
heer mr. W. Sleijfer, namens de heren J. de Boer en R.J. Schepers.
De bezwaren kunnen als volgt worden samengevat:
1. bezwaren tegen het ontnemen uitzicht vanuit en uitzicht op de
boerderij van de heren De Boer en Schepers;
2. welstandsaspecten;
3. inbreuk op de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van
het gebied;
4. aantasting van het woongenot en de waarde van de boerderij van
bovengenoemden;
5. gezien de afstand tussen de kuilbulten en de geplande ligboxen
stal in relatie tot de omvang van de veestapel zal een benodigde
hinderwetvergunning niet worden verleend.
Ten aanzien van de bezwaren kan kort samengevat het navolgende
opgemerkt.
In de ruimtelijke ordening bestaat geen recht op een vrij uitzicht.
Dit brengt met zich mee dat in casu rekening dient te worden
gehouden met ontwikkelingen in de agrarische sector.
Wat betreft de bezwaren omtrent de inpasbaarheid van de ligboxenstal
en de derving van woongenot kan worden vermeld, dat dit onder
anderen door het gebruik van passende erfbeplanting kan worden
verholpen.
Aangezien de heer Hylkema onder de werking van het Besluit
Melkveehouderij en Hinderwet valt, behoeft hij geen hinderwetver
gunning.
Eventuele waardevermindering kan worden verhaald via een procedure
op grond van artikel 49 W.R.0.
0127V 14