GEMEENTE BOARNSTERHIM 11A. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van de vestiging van een baby speciaalzaak aan de J.W. de Visserwei 3 te Grou. Aan de gemeenteraad. Grou, 14 januari 1992. In de afgelopen decemberraad besloot u het voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de vestiging van een baby speciaalzaak aan de J.W. de Visserwei 3 te Grou aan te houden in afwachting van nadere informatie. Die informatie heeft ons inmiddels bereikt. Van de zijde van BabyDump is verklaard en aangetoond dat de omzet van de geplande BabyStunter in hoofdzaak (80%) wordt gehaald uit de verkoop van volumineuze goederen. Dit heeft te maken met de formule van de BabyStunter- keten, die afwijkt van een reguliere babyspeciaalzaak. Mogelijke verwarring omtrent dit punt kan in de hand gewerkt zijn door het feit dat er ook een BabyDumpzaak is (onderdeel van dezelfde holding), die op een andere basis werkt en waar wel een verscheiden heid aan baby-artikelen wordt verkocht. De mogelijke onduidelijkheid omtrent de (juridische) status van BabyDump kan tot het verleden behoren. BabyDump B.V. is een werk maatschappij van een holding met meerdere B.V.'s te weten Fralitz B.V. Aangezien die constructie eind vorig jaar tot stand is gebracht, kan het meegewerkt hebben aan de onduidelijkheid omtrent de status van BabyDump. De huidige, gehanteerde constructie is niet ongebruikelijk in dergelijke zaken. Ingewonnen inlichtingen bij een tweetal gemeenten, waarin eveneens BabyStunters zijn gevestigd, geven geen aanleiding tot opmerkingen. Tijdens de ter visie legging van het vrijstellingsverzoek is een bezwaarschrift ontvangen. De daarin geuite bezwaren hebben te maken met het feit, dat bij bezwaarmakers de vrees bestaat, dat, door de voorgestelde medewerking aan de geplande BabyStunter-vestiging, de weg wordt vrijgemaakt voor de vestiging van allerlei soorten detailhandel. Ten aanzien hiervan kan worden opgemerkt dat wij voornemens zijn om bij eventuele medewerking voorwaarden op te nemen, die zullen waarborgen, dat slechts detailhandel in volumineuze goederen, als thans aan de orde, kan plaatsvinden. Zodoende kan de vrees van bezwaarmakers worden weggenomen. De overige elementen van het bezwaarschrift houden wij, mede in verband met het vorenstaande, voor ongegrond. Wij zijn dan ook nog steeds van mening dat het verantwoord is om, middels een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de gevraagde medewerking te verlenen. 0127V

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 66