- 6 - Eveneens is er overleg geweest tussen Gedeputeerde Staten en de directeur L.H.O. inzake de ontwikkeling van de recreatie. Duidelijk is geworden dat alleen een bijdrage kan worden gegeven in de ontwikkeling van de openluchtrecreatie zelf, maar niet in de grondaankoop en de kosten van de ontgronding. Ook hierdoor is een financiële peiler aan het model C ontvallen. De directeur L.N.O. heeft zich wel uitgesproken voor een aanwijzing tot relatienotagebied om zo op deze wijze toch tot een functiewijziging te kunnen komen. 5. Huidige stand van zaken. Uit het gevoerde overleg met Gedeputeerde Staten is gebleken, dat de functiewijziging volgens model C ook door de provincie wordt onderschreven. Louter op financiële gronden kan de provincie op dit moment de ontwikkeling van waterrecreatie niet ondersteunen. Omdat het verkrijgen van middelen voor de toekomst niet onmogelijk wordt gedacht, is in gezamelijk overleg besloten tot een aangepast plan. De natuurontwikkeling voor het noordelijk plangebied blijft gehandhaafd, en voor het zuidelijk plangebied wordt de waterrecreatie in eerste instantie vervangen door natuurontwikkeling. Uitdrukkelijk is daarbij de afspraak gemaakt, dat gemeente en provincie blijven zoeken naar de financiële mogelijkheid om het vaarrecreatiegebied op termijn ook te realiseren. Gedeputeerde Staten zullen hiervoor ook de nodig bestuursafspraken met de toekomstige beheersinstantie, It Fryske Gea, maken. De aanwijzingsprocedure voor het noordelijk gebied van De Burd is inmiddels door de Provincie opgestart, en voor het zuidelijk gebied al in een afgerond stadium. Daar is tevens al ca. 40 ha. land aangekocht. Alhoewel dit voornemen van Gedeputeerde Staten niet in zijn geheel overeenkomt met het voorgestane model C sluit dit toch het beste hierop aan en verdient het naar onze mening een verdere ontwikkeling. 6. igsptaaKt 6.i vooriaspraafc. De "Ontwikkelingsvisie De Burd" is in eerste instantie informeel voor inspraak aangeboden om vanuit bepaalde groepsbelangen meningen te kunnen vernemen. De reacties kunnen in grote lijnen als volgt worden ingedeeld: a. een inhoudelijke beoordeling van het concept-uitwerkings plan behorende bij model C; b. onderzoek naar de behoefte van alleen een voetgangers- en fietspont; c. bezwaar tegen totale functiewijziging van de landbouw in natuur; d. een vaste oeververbinding wordt gewenst geacht; e. duidelijkheid over de aan- en uitkoopregelingen, vergoe dingen en dergelijke ten behoeve van grondverwerving. 0865R 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 49