GEMEENTE BOARNSTERHIM
7. Voorstel tot het intrekken
van het voorbereidingsbe-
sluit op grond van artikel
21 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening ten behoeve
van de vestiging van een
kapsalon door middel van
een verbouwing aan de
Kanadeeskestjitte 22 te
Akkrum, kadastraal bekend
gemeente Akkrum, sectie B,
nummer 2236genomen op
17 december 1991, nummer
14.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 6 maart 1992.
Bij besluit van 12 november 1991 heeft het college van burgemeester
en wethouders besloten positief te reageren op het verzoek van me
vrouw van der Heide om aan de Kanadeeskestrjitte 22 te Akkrum een
kapsalon te vestigen.
Inwilliging van dit verzoek bracht met zich mee dat er een procedure
ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening diende te worden
gevoerd
Daartoe was onder andere vereist dat uw raad een voorbereidingbes-
luit nam, dit is geschied bij besluit van 17 december 1991, en er een
verzoek gericht aan de Provincie uitging tot verlening van een verkla
ring van geen bezwaar.
Van 1 oktober 1991 tot 15 oktober 1991 heeft het onderhavige vrijstel-
lings- annex bouwvergunningenverzoek ter visie gelegen. Binnen deze
termijn zijn twee bezwaarschriften ontvangen, te weten van de Onder
nemers Vereniging Akkrum en Dameskapsalon Meyer.
Naar aanleiding van het verzoek om een verklaring van geen bezwaar,
heeft de heer Wielinga van de Provincie Friesland zich met ons in
verbinding gesteld. Met de mededeling dat door de desbetreffende
persoon het onderhavige bouwplan aan een foutief bestemmingsplan is
getoetst. In plaats van het bestemmingsplan "Akkrum I", had gebruik
dienen te worden gemaakt van het bestemmingsplan "Uitbreidingsplan
in onderdelen Akkrum, herziening 1959" van de voormalige gemeente
Utingeradeel met de daarbij herziene en door Gedeputeerde Staten op
6 september 1966 onder nummer 10396, goedgekeurde voorschriften.
De artikelen 4 en 7 van eerder genoemd bestemmingsplan, met de
bestemmingen "Bebouwing met woningen" en "Winkels, werkplaatsen
e.d.", brengen met zich mee, dat indien wordt gesteld dat een kapsa
lon zich verenigt met het vermelde in artikel 7, aan mevrouw Van der
Heide zonder meer een bouwvergunning kan worden afgegeven.
ALVRJVWJCByRO.l