- 2 -
Bezwaarschrift van de heer A. Breeuwsma, Sminiawei la te Aldeboarn.
De heer Breeuwsma maakt bezwaar tegen het wegbestemmen van een
woningbouwmogelijheid aan de Súdkant, op het perceel Andringa-
strjitte 17. Reclamant wijst op de grote financiële gevolgen hiervan
voor de gemeente en verzoekt alsnog om een woonbestemming op het
perceel in het dorpsvernieuwingsplan.
In het voorliggende ontwerp-plan is de woningbouwmogelijkheid
inderdaad wegbestemd. Hieraan ligt ten grondslag de bepalingen van
de Wet geluidhinder. Krachtens het nu nog van kracht zijnde
Uitbreidingsplan in Onderdelen Aldeboarn 1960, en de gedeeltelijke
herziening ervan van 6 september 1966, is op het onderhavige perceel
de bouw van 2 woningen mogelijk. Er is hier sprake van een
overgangssituatie als bedoeld in artikel 88, eerste lid onder f, van
de Wet geluidhinder: de woning is geprojecteerd terwijl de weg
aanwezig is. Destijds is natuurlijk geen rekening gehouden met een
Wet geluidhinder.
In principe zou gedacht kunnen worden aan een inbestemming in het
ontwerp-plan waarbij er dan sprake is van een nieuwe situatie. Dan
geldt er echter een wettelijke voorkeurswaarde van 50 dB(A) en in
buitenstedelijke situaties een maximale ontheffingswaarde van
55 dB(A).
Beide waarden worden in het onderhavige geval ruimschoots
overschreden aangezien de geluidsbelasting op de gevel van de op te
richten woning 64 dB(A) zal bedragen.
Vooropgesteld zij dat uit stedebouwkundig oogpunt er geen bezwaren
zijn tegen de bouw van een woning op de onderhavige locatie.
Derhalve is de procedure als beschreven in de artikelen 92 tot en
met 98 van de Wet geluidhinder gevolgd.
In het kader hiervan heeft uw raad in uw vergadering van 18 februari
jongstleden verklaard dat het terugbrengen van de geluidsbelasting
van de te realiseren woning tot 50 dB(A) niet kan worden
verwezenlijkt vanwege bezwaren van stedbouwkundige, verkeerskundige
en financiële aard die het aanbrengen van een geluidsscherm met zich
meebrengt.
Van Provinciewege is inmiddels de verklaring van geen bezwaar, op
basis van de Wet geluidhinder, ten behoeve van de op te richten
woning afgegeven.
Dit betekent dat er nu sprake is van een bestaande situatie die
gestalte moet krijgen in het ontwerp-plan. Middels een wijziging,
waarbij het onderhavige perceel wordt belegd met een woonbestemming,
bij de vaststelling van het ontwerp-plan kan tegemoet worden gekozen
aan het bezwaar van de heer Breeuwsma.
Wij achten het bezwaar gegrond.
0131V 2