- 4 - b. een bedrag voor dubbele woonkosten, gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal 600,-- per maand bedraagt en over een termijn van maximaal vier maanden wordt verleend; c. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten. 2. Indien de belanghebbende op de dag van de verhuizing een eigen huis houding voert, wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor zover bij of krachtens dit artikel niet anders is. bepaald, gesteld op een tegemoetkoming van 3% van de berekeningsbasis voor ieder woon- of slaapvertrek, tot een maximum van vier van deze ver trekken, die de achtergelaten woning telt, met dien verstande dat het bedrag de 12.000,-- niet mag overschrijden. 3. Indien het betreft een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten of levenspartners beiden belanghebbende zijn in de zin van deze verordening en afzonderlijk opdracht hebben om te verhuizen of zijn verplaatst, wordt de tegemoetkoming berekend over de gezamenlijke berekeningsbasis 4. Indien de belanghebbende geen eigen huishouding voert, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, onder c, verleend. Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden verleend van 3% van de berekeningsbasis DE TEGEMOETKOMING IN REIS- EN PENSIONKOSTEN Artikel 7 /standplaats te gaan wonen als 1. De belanghebbende»die vanwege het dienstbelang de verplichting is opgelegd om in of meer nabij zijn bedoeld in artikel F18 van het Algemeen Ambtenarenreglement te verhuizen en daarin, ondanks alle pogingen daartoe, niet slaagt, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor het dagelijks reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, zolang hij bij de verhuizing in aanmerking zou kunnen komen voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten en de te reizen afstand meer dan tien kilometer bedraagt. 2. Een belanghebbende als bedoeld in het eerste lid, die naar het oordeel van het bevoegde gezag niet dagelijks heen en weer kan reizen, heeft, tenzij van gemeentewege al dan niet tegen betaling in huisvesting wordt voorzien, aanspraak op een tegemoetkoming in de pensionkosten voor verblijf in een pension in of nabij het gebied als bedoeld in artikel F 18 van het Algemeen Ambtenarenreglement, benevens een tege moetkoming voor ten hoogste eenmaal per week in de reiskosten naar de plaats waar hij metterwoon nog gevestigd is. Indien de belanghebbende er niet in slaagt om een pension in de standplaats te betrekken en hij zich naar het oordeel van het bevoegde gezag daartoe voldoende inspan ningen heeft getroost, heeft hij tevens aanspraak op een tegemoetko ming in de kosten voor het dagelijks reizen tussen het pension nabij

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 32