HOOFDSTUK 4. FINANCIËLE CONSEQUENTIES
4.1. Algemeen
De in het vorige hoofdstuk beschreven strategische toekomstvisie is vooral een
ruimtelijke visie. Er is op abstracte wijze aangegeven welke toekomst de gemeente
wenst in te gaan, met als uitgangspunt de bestaande kwaliteiten. In deze visie zijn
een aantal keuzen gemaakt, keuzen die betrekking hebben op de ontwikkelings
richting van de gemeente en keuzen de te maken hebben met de na te streven
kwaliteit. Het bestuursplan zet daarbij de kwaliteit voor de eigen bewoners voorop.
De centrale taak van de gemeentelijke overheid wordt daarbij gelegd bij de
woonmogelijkheden, de woonomstandigheden en de primaire voorzieningen. Voor
het onderdeel wonen wordt dit gezien als de kerntaak van de gemeente. Allereerst
gaat het dan om verbetering van de bestaande woningvoorraad en om een
ingrijpende verbetering van de woonomgeving in samenhang met een verbetering
van de technische infrastructuur. Ook nieuwbouw is van belang, zowel nieuwbouw
voor de eigen inwoners als nieuwbouw voor nieuwe inwoners. Na jaren van een
min of meer stabiele bevolkingsomvang dient Boarnsterhim weer geleidelijk maar
structureel te groeien om het kwaliteitsniveau van de gemeente op het gewenste
peil te houden. Een onderdeel van dit kwaliteitsniveau zijn primaire voorzieningen
zoals scholen en winkels voor de dagelijkse levensbehoefte, welke zo goed
mogelijk over de gemeente gespreid dienen te worden. In de navolgende
paragrafen wordt dit verder uitgewerkt.
Ook het behoud en de versterking van de bedrijvigheid in de gemeente zijn als
een belangrijke taak genoemd. Voor de ambachtelijke, industriële en dienstverle
nende bedrijven zal ook in de toekomst een voorwaarden scheppend beleid moeten
worden gevoerd. De toeristische bedrijfstak en de daarvan afgeleide bedrijvigheid
zal positief en actief ondersteund dienen te worden; enerzijds omdat een
geleidelijke achterstand dreigt met andere regio's, anderzijds omdat van deze
sector ook het grootste effect op de werkgelegenheid mag worden verwacht en
omdat een ontwikkeling van deze sector kan bijdragen aan een structurele
verbetering van het woonklimaat in de dorpen.
Ook aan de inrichting van het buitengebied is in de strategische toekomstvisie veel
aandacht besteed. De gemeente wenst daarin een nadrukkelijke rol te spelen,
hoewel de afhankelijkheid van rijk en provincie, met name in financiële zin, groot
is. Naar verwachting zijn er de komende jaren voldoende geldstromen om een
goed beleid voor landbouw en natuur uit te voeren, in samenhang met een
versterking van de recreatieve en toeristische infrastructuur.