- 3 - Hierover hebben nadere gesprekken plaatsgevonden. Uiteindelijk is overeenstemming bereikt over de randvoorwaarden. Dit zijn de volgende: de I-afdeling moet als een afzonderlijke onderwijskundige afdeling worden gezien; de opbouw van de directiestructuur van de fusieschool moet zodanig zijn dat deze evenwichtig is opgebouwd vanuit de diverse (onderwijskundige) onderdelen van de school; de artikel 61 G.W. commissie moet van de gemeenteraad alle taken gedelegeerd krijgen die mogelijk zijn; het bedrijfsleven uit de regio moet op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd zijn in het bestuur. Ook deze randvoorwaarden zijn opgenomen in de intentieverkla ring. De notitie op basis waarvan de uiteindelijke besluitvor ming binnen het S.B.O. heeft plaatsgevonden, inclusief het uit eindelijke standpunt van het bestuur treft u bij de raadsstukken ter inzage aan (bijlage 3). 4. Een belangrijk aspect van de brede scholengemeenschap is het feit dat gestreefd wordt naar nevenvestigingen in Joure en Akkrum/Grou. Dit is een zeer belangrijk uitgangspunt, dit vooral ook in het verlengde van de oorspronkelijke gedachte met betrek king tot het "convenant voortgezet onderwijs" wat in 1988 over eengekomen is. Wel moet uiteraard het nevenvestigingenbeleid zodanig zijn dat dit financieel haalbaar is en dat tevens ook op de langere ter mijn voldoende leerlingen de nevenvestigingen zullen bezoeken. Teneinde hierover meer duidelijkheid te verkrijgen is het Educa tief Centrum Noord (E.C.N.) door de bevoegde gezagen verzocht hiernaar een onderzoek in te stellen. Het bedoelde rapport ligt voor u bij de raadsstukken ter inzage (zie bijlage 4). Uit het rapport kaant naar voren dat beide neven vestigingen op korte zowel als lange termijn levensvatbaar zijn. Doch niet op alle onderdelen was de inhoud van het rapport ge ruststellend. Dit is ook terecht opgemerkt door de medezeg genschapsraden van de betrokken scholen. De volgende vragen bleven bestaan: de nevenvestiging Joure ligt binnen de formele grens van 12 kilometer, brengt dit de nevensvestiging in gevaar? leveren de nevenvestigingen op zich voldoende leraarlessen op, of is export vanuit de hoofdvestiging nodig? wordt er voldoende bekostiging beschikbaar gesteld door het ministerie voor de nevenvestigingen? de nevenvestiging Grou wordt binnen de nieuwe school een dislocatie. Is dan nog wel instroom van brugklassers mogelijk? Op dit moment heeft het ministerie hiervoor ontheffing verleend. Kan dit in de nieuwe situatie worden gecontinueerd, ook voor de langere termijn? Ten behoeve van de beantwoording van deze vragen is nader onder zoek, door het E.C.N. maar vooral door de directeurenwerkgroep verricht. De resultaten van dat nader onderzoek treft u bij de raadsstukken ter inzage aan (bijlage 5). AHVRWK26/H/5

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 80