- 3 - Artikel 7. Vooronderzoek 1. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het beroep- of bezwaarschrift ter zitting genoegzaam voor te bereiden. 2. Hij is ten dien einde bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlich tingen in te winnen. Artikel 8. Herstel van verzuimen. 1. Indien het bezwaar- of beroepschrift niet is gemotiveerd of niet is ondertekend, wijst de voorzitter van de commissie klager op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit binnen een termijn van 14 dagen te herstellen. 2. Indien in het bezwaar- of beroepschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere (natuurlijke- of rechts)persoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijke- of rechts)persoon is overgelegd, wijst de voorzitter van de commissie de klager op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit uiterlijk tijdens de in artikel 11 bedoelde hoorzitting te herstellen. Artikel 9 Terinzage legging van stukken. 1. Ten aanzien van de openbaarheid van stukken zijn de bepalingen van de Wet Openbaarheid van Bestuur van overeenkomstige toepas sing, alsmede het bepaalde in het vierde lid van dit artikel. 2. Het beroep- of bezwaarschrit en alle verder op de zaak betrek king hebbende stukken worden voor de belanghebbenden en hun ge machtigden ter secretarie kosteloos ter inzage gelegd gedurende een door de voorzitter te bepalen termijn van tenminste 10 da gen. De voorzitter doet van de nederlegging schriftelijk medede ling aan de belanghebbenden. 3. De belanghebbenden en hun gemachtigden kunnen van de in het vori ge lid bedoelde stukken tegen vergoeding van de kosten afschrif ten verkrijgen. 4. Het bepaalde in de vorige leden lijdt uitzondering, indien naar het oordeel van de voorzitter redenen, ontleend aan het belang van de zaak, zich tegen het ter inzage liggen van bepaalde stuk ken verzetten. Artikel 10. Memoriën. 1. De voorzitter stelt de belanghebbenden schriftelijk een termijn van tenminste acht dagen waarbinnen zij al hetgeen zij voor de behandeling van het beroep- of bezwaarschrift dienstig achten, schriftelijk aan de commissie kenbaar kunnen maken. 2. De aldus ingekomen stukken worden terstond toegevoegd aan het beroep- of bezwaarschrift, behoudens het bepaalde in artikel 9, vierde lid. DHV030MA/H/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 54