- 4 - Artikel 11. Hoorzitting. 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de vergadering, waar de indiener van het beroep- of bezwaarschrift, het admini stratief orgaan en zo nodig andere belanghebbenden in de gelegen heid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen. 2. Hij doet hiervan mededeling aan de belanghebbenden en aan het administratief orgaan. 3. Een gemachtigde moet een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende met de gemachtig- hde verschijnt. 4. De hoorzitting als bedoeld in het eerste lid kan, tenzij deze bij wettelijk voorschrift is voorgeschreven, achterwege blijven indien: a. het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is; b. het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is; c. de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of d. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardor niet in hun belangen kunnen worden geschaad. Artikel 12. Vergaderingen 1. De voorzitter belegt een vergadering telkens als dit voor de be handeling van één of meer beroep- en/of bezwaarschriften en met inachtneming van de in de wetten en verordeningen gestelde ter mijnen, noodzakelijk is. 2. Hij draagt zorg voor de oproeping van de leden onder mededeling van de voor de vergadering vastgestelde agenda. Hij zorgt dat tegelijk met de oproeping plaats en tijdstip van de vergadering ter openbare kennis wordt gebracht. 3. Voor het houden van de vergaderingen van de commissie is ver eist, dat behalve de voorzitter, tenminste twee leden aanwezig zijn. Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling. De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een beroep- of bezwaar waarbij zij op enigerlei wijze direct of indirect zijn betrokken. DHV030M&/H/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 55