GEMEENTE BOARNSTERHIM
27. Voorstel tot ongegrondver-
klaring van het beroep
schrift van de heer
J. Schouwstra te Nes.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 18 september 1992.
Op 26 april 1991 heeft de heer J. Schouwstra te Nes bij ons een aan
vraag ingediend om een vergunning op grond van artikel 14 van de Kam-
peerwet voor een kampeerplaats te Birstum, nummer 10.
Ons college heeft bij besluit van 8 oktober 1991 de gevraagde vergun
ning geweigerd.
Tegen dit besluit heeft de heer Schouwstra beroep ingesteld bij uw
raad. Het beroepschrift is om advies in handen gesteld van de commis
sie voor beroep- en bezwaarschriften.
Bij brief van 31 juli 1992 heeft de commissie advies uitgebracht aan
uw raad. De commissie komt in deze brief tot de volgende conclusies
en advies
1. Op grond van artikel 19, lid 5 van de Kampeerwet kan de aanvra
ger van de vergunning beroep instellen bij de gemeenteraad bin
nen twee maanden na verzending van het besluit. Het besluit van
het college van burgemeester en wethouders, gedateerd 8 oktober
1991, is verzonden bij beschikking van 26 november 1991.
Het beroepschrift van de heer Schouwstra is op 20 januari 1992
ontvangen; het beroepschrift is derhalve binnen de in artikel
19, lid 5 van de Kampeerwet genoemde termijn ingediend.
De commissie adviseert uw raad om het beroepschrift van appel
lant ontvankelijk te verklaren.
Artikel 17, eerste lid van de Kampeerwet bepaalt dat een vergun
ning tot het houden van een kampeerplaats moet worden geweigerd
indien:
a. niet is voldaan of naar redelijke verwachting niet zal wor
den voldaan aan de regels gesteld in de Kampeerwet;
b. de aanvraag betrekking heeft op een kampeerplaats in een
gebied dat niet bij een bestemmingsplan uitsluitend of mede
daarvoor is aangewezen.
Gelet op het bepaalde in de bestemmingsplanvoorschriften staat
vast, dat het bestemmingsplan Buitengebied ütingeradeel zich te
gen het gebruik van de grond als kampeerplaats verzet.
Formeel betekent dit dat het college van burgemeester en wethou
ders een rechtmatig besluit heeft genomen.
VRJSCH.NES/H/l