- 3 - 6. Gelet op de inhoud van het concept-bestuursplan en het concept bes temmingsplan Buitengebied, komt de commissie tot de conclusie dat er in Boarnsterhim meer mogelijkheden zijn dan alleen het traditionele kamperen bij de boer. Hoever deze mogelijkheden reiken qua verscheidenheid (reguliere kampeerterreinen, kamperen op "boerenerven" en "toeristisch kam peren") maar ook qua aantal is op dit moment nog onduidelijk. 7. In zijn beroepschrift verzocht de heer Schouwstra uw raad om als nog aan zijn plannen voor de aanleg van een kampeerplaats mee te werken middels een artikel 19 W.R.O.-procedure. Ofschoon de commissie het voor de heer Schouwstra zeer onbevredi gend vindt, acht zij het vooruitlopen op het concept-bestemmings plan Buitengebied onverantwoord omdat uw raad nog niet over een concreet uitgewerkte visie omtrent het kamperen beschikt. Gelet op het voorgaande adviseert de commissie uw raad om het beroepschrift ongegrond te verklaren. 8. Op het moment dat de voortekenen in het bestuursplan, het toeris tisch recreatief produkt ontwikkelingsplan en het bestemmings plan Buitengebied zich in gunstige zin ontwikkelen voor de heer Schouwstra, verzoekt de commissie uw raad om alsdan zo spoedig mogelijk mee te werken aan de plannen van de heer Schouwstra. Wij onderschrijven het advies van de commissie voor beroep- en be zwaarschriften. Daarom stellen wij u voor het beroepschrift van de heer Schouwstra ongegrond te verklaren. Ten aanzien van het verzoek van de commissie, vervat in de laatste alinea van het advies merken wij nog op dat ook wij snel inzicht wil len hebben in de perspectiven van uitbreiding van de recreatieve ont wikkeling in de omgeving van de boerderij van de heer Schouwstra. Burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de loco-burgemeester, mevr. A.M.E. van der Sluijs. mevr. A.I. Bloem. VRJSCH.NES/H/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 132