- 4 - Onderstaand gaan wij op deze zaken in. Reclamant 11, S.J. Riemersma In de voorlopige voorstellen voor het "middengebied" heeft het colle ge aangegeven op welke wijze gedacht wordt over de inrichting van de toekomstige boulevard. Essentieel daarbij is dat de totale ruimte meer allure krijgt en dat de relatie tussen enerzijds het verblijfsgebied en anderzijds het wa ter met de passantenligplaatsen verstrekt wordt. Een woonschip, hoe netjes de omgeving daarvan wordt ingericht maakt niet uit, past niet in dit beeld. Het gewenste effect zal voor een deel weer teniet worden gedaan door de situering van een woonschip tussen de publieksruimte en het water, terwijl ook op de oever het publiekskarakter wordt aangetast. Ook qua bouwvorm heeft een woon schip nooit de allure die ons voor ogen staat bij een inrichting van de boulevard. Een alternatief voor de heer Riemersma kan de bouw van een passende bedrijfswoning aan de zuidkant van de boulevard zijn. Aan een derge lijk initiatief zouden wij medewerking willen verlenen. Reclamanten 25 tot en met 56, bewoners van de Utbuorren. Ons voorstel tot maximaal 30 m2 bijgebouwen op de recreatiewoningen terreinen willen wij handhaven omdat wij van mening zijn dat het ka rakter van deze gebieden dat noodzakelijk maakt. De recreatiewoningen-terreinen worden gekenmerkt door een sterke groenstructuur, waarin de bebouwing van ondergeschikte betekenis is. Middels de voorgestelde bebouwingsregeling is in veel gevallen een uitbreiding van de woning mogelijk. Deze uitbreiding heeft onze voor keur omdat daaraan in architectonische zin betere voorwaarden kunnen worden gesteld aan de vormgeving, waardoor de sfeer van de terreinen beter behouden kan worden. Een vergelijking met een traditionele woonbuurt waar maximaal 50 m2 aan bijgebouwen is toegestaan, vinden wij niet juist omdat in deze woonbuurten niet het groen maar de bebouwingsstructuur beeldbepalend is. Omdat de kopers van de woningen ook bij de koop konden weten dat niet meer dan 30 m2 was toegestaan vinden wij het redelijk om deze lijn ook naar de toekomst door te trekken. Ten aanzien van de situeringseis ten opzichte van de erfscheiding heb ben wij conform onze toezegging in de 4e afdeling enige verduidelij king aangebracht. Wij verwijzen daarvoor naar het bijgaande ontwerp besluit. Verder is ons gebleken, zoals is medegedeeld aan de vierde afdeling, dat er een onvolledigheid zit tussen de voorschriften inzake een on derdeel van de bestemming recreatieterreinen en wel de aanduiding "ho reca" en "botenverhuurbedrijfen de plankaart. Deze aanduidingen zijn niet verwerkt op de plankaart ten aanzien van dit bedrijf dat op de Utbuorren is gevestigd. Middels een ambtshalve wijziging van de plankaart kan dit worden opgelost. Wij stellen u voor om het ontwerp-dorpsvernieuwingsplan Terherne, met inachtname van bovenstaand, gewijzigd vast te stellen overeenkomstig het ter inzage liggend ontwerp-besluit. Burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de loco-burgemeester, mevr. A.M.E. van der Sluijs. mevr. A.I. Bloem AFVRMA37/HM

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 75