- 3 -
het bezwaarschrift van Postma B.V. gegrond te verklaren en de
plankaart in die zin te wijzigen;
het bezwaarschrift van de heer S.J. Riemersma ongegrond te ver
klaren;
het bezwaarschrift van de Firma S. de Vries ongegrond te verkla
ren;
het bezwaarschrift van de heer H.B. Meerdink ongegrond te verkla
ren;
het bezwaarschrift van de heer S.H.M. Tolsma gegrond te verkla
ren en de plankaart dienovereenkomstig te wijzigen;
het bezwaarschrift van de heer J. Massolt, namens de stichting
De Polle, gegrond te verklaren in die zin dat de plankaart dusda
nig wordt gewijzigd dat het gebied waarin de woonschepen liggen
bestemd wordt voor water met de aanduiding woonboten en artikel
14, lid 1, wordt gewijzigd als volgt:
"1. Bestemming.
De als zodanige op de plankaart aangegeven gronden zijn be
stemd voor de volgende doeleinden:
water en oeverstroken;
bruggen;
botenhuizen, uitsluitend voor zover de gronden zijn
aangeduid met "botenhuis";
wonen in de vorm van ligplaats voor maximaal 13 woonbo
ten uitsluitend voor zover de gronden zijn aangeduid
met "woonboten"
waterstaatkundige doeleinden met een recreatief medege
bruik, uitsluitend voor zover de gronden zijn aange
duid met "pier";
het behoud van de natuurwaarden van het watergebied,
waarvan de bestemming een onderdeel is".
en artikel 14, lid 4, wordt gewijzigd als volgt:
"4. Voorschriften betreffende ander gebruik.
a. Het is verboden de gronden en bouwwerken anders te ge
bruiken dan overeenkomstig de bestemming.
b. Tot een verboden gebruik als bedoeld onder a, wordt in
ieder geval gerekend het gebruik van de gronden als
ligplaats voor woonschepen, voor zover de gronden niet
zijn aangeduid met "woonboten".
c. Tot een verboden gebruik als onder a. wordt in ieder
geval gerekend het gebruik van het water met de aandui
ding "woonboten" als vaarwater ter ontsluiting van be
drijven."
het bezwaarschrift van de heer ir. P. Zwaginga ongegrond te ver
klaren;
het bezwaarschrift ondertekend door B. Veldhuis, de familie
Roest, S.H.M. Tolsma, F. Leeuwen, mevrouw W. de Leeuw-Bosma,
D.M. van der Wal, H.B. Meerdink ongegrond te verklaren;
ATBSRA37/H/3